Wat met het feminisme?

Inleiding

In plaats van ons te mengen in eindeloze debatten over progressief-identitaire kwesties die het Vlaams en Europees socialisme al lange tijd hebben vervuild ten nadele van de rigoureuze economische wetenschap die het is, schuiven we als Zannekinbond -in tegenstelling met dat vervormd, westers marxisme- opnieuw de socialistische strijd naar voren. Terwijl voor de westersgezinde, liberale feministen het bereiken van gelijke rechten met mannen in het kader van de hedendaagse kapitalistische wereld een voldoende concreet doel op zich is, zijn gelijke rechten op dit moment voor vrouwen in de werkende klasse slechts een middel om de strijd tegen de economische uitbuiting van de werkende klasse te bevorderen. De feministen zien tegenwoordig mannen als de grootste vijand, want ze menen dat -zeker blanke, heteroseksuele- mannen zich onterecht alle rechten en privileges hebben toegeëigend en vrouwen alleen ketenen en plichten nalaten. Voor hen is een overwinning behaald wanneer een voorrecht dat voorheen uitsluitend door het mannelijk geslacht werd genoten aan het “schone geslacht” wordt toegekend.

De foute tegenstelling

Het is cruciaal om duidelijk te maken dat het afwijzen van het hedendaags feminisme als ideologie niet betekent dat men onverschillig staat tegenover de rol van vrouwen in de samenleving en de economie. Liberaal links reduceert elke kritiek op hun ideologie vaak tot een simplistisch liberaal-versus-conservatief (of fascistisch) kader, maar dat is een diep misverstand. We verwerpen het hedendaags feminisme omdat het de primaire tegenstelling verkeerd identificeert als een tegenstelling tussen mannen en vrouwen. Wij daarentegen zien het echte conflict meer dan ooit in de 21ste eeuw tussen de werkende klasse en de machthebbende elites, de strijd van “onder” tegen “boven”. Het liberale feminisme suggereert ten onrechte dat burgerlijke, kapitalistische vrouwen gemeenschappelijke belangen hebben met de gesalarieerde vrouwen in de werkende klasse.

Nog meer verontrustend is dat het impliceert dat de burgerlijke vrouw ook onderdrukt wordt door de mannen in de werkende klasse, waardoor de mythe dat de tegenstellingen tussen de seksen onverzoenlijk zijn – dat mannen en vrouwen inherent en voortdurend tegenover elkaar staan – verder in stand wordt gehouden. Eisen dat vrouwen promotie krijgen louter omwille van deugdzaamheid is op zichzelf al een belediging voor de competentie van vrouwen. Het suggereert dat er quota’s moeten ingevuld worden in plaats van te promoveren op basis van eigen verdiensten en te bewijzen dat men als vrouw leiding kan geven. Alsof vrouwen om een gunst vragen in plaats van te beoordelen op basis van kennis, ervaring, talent. Bovendien gaat deze manier van denken ervan uit dat mannelijke kameraden niet in staat zijn om de belangen van vrouwen te behartigen – een afspiegeling van het onjuiste hedendaags-feministische idee dat mannen en vrouwen fundamenteel tegenstrijdig zijn.

In de links-liberale visie worden vrouwenkwesties gereduceerd tot uitbreiding van het recht op abortus (de “meer dan 12 weken” discussie), de vercommercialisering van het vrouwelijk lichaam en het in stand houden van de illusie dat het plaatsen van vrouwen in kapitalistische machtsposities gelijk staat aan het bevorderen van vrouwenbelangen. Ze verwerpen de inzichten van Friedrich Engels in ‘The Origin of the Family, Private Property, and the State’, waarin hij stelde dat “de eerste taakverdeling die tussen man en vrouw is voor het voortbrengen van kinderen”, die op zijn beurt de basis vormt voor de ontwikkeling van het monogame huwelijk in combinatie met het ontstaan van privébezit. Engels beschouwde dit als “de eerste klassenonderdrukking, namelijk die van het vrouwelijk geslacht door het mannelijk geslacht”. Engels bevestigde bijgevolg dat vrouwelijkheid onlosmakelijk verbonden is met het vrouw-zijn. In de liberale progressieve visie daarentegen wordt vrouw-zijn gereduceerd tot een individuele, subjectieve keuze die los staat van enige materiële basis. Dit ligt aan de basis van het feit dat het hedendaags feminisme enkel nog aansluiting vindt bij een deel van de burgerlijke (vrouwelijke) elites maar geenszins nog kan doorgaan voor een echte vertegenwoordiging van een meerderheid van vrouwen in de werkende klasse.

De Franse marxist Michel Clouscard benadrukte dat het feminisme hiermee een nieuwe segregatie binnen het vrouwelijke geslacht verankerde. Enerzijds zij die slagen in de kapitalistische maatschappij (in hun huwelijk, kinderen, carrière,…) en passen in de dynamiek van het bestaande systeem waarbij ze recht hebben op vallen en terug opstaan. En anderzijds hen voor wie echtscheiding, abortus, werkloosheid,… zware tragedies en trauma’s zijn. Het kapitalistische systeem slaagde erin die mislukkingen onder controle te houden via in aanzienlijke mate door het feminisme geïnstigeerde “sociale wetten” waarlangs men het negatieve recupereert door de mislukking als het ware goed te beheren: een vlotte scheiding, een goede abortus, een begeleide werkloosheid,… waarbij finaal een hele populatie aan vrouwen ontstaat die met garantie “geslaagd” is in haar mislukkingen. Maar de latente ontevredenheid wordt nooit weggenomen.

Liberale en reactionaire eenzijdigheid

Reactionairen proberen vrouwen te beperken tot de grenzen van het huis (“vrouw aan de haard”), terwijl liberalen het belang van het huis vaak helemaal wegwuiven ten gunste van ongebreideld individualisme in een kapitalistisch systeem. In een socialistische visie zijn en blijven vrouwen ook als moeders en echtgenotes betrokken bij het vormgeven van cultuur, wetenschappen, politiek, industrie, leiderschap, revolutie en alle andere vlakken daarbuiten. Wij benadrukken dat werkende en strijdende vrouwen in alle sferen een belangrijke rol spelen. De Palestijnse activiste Leila Khaled had het decennia geleden al niet beter kunnen verwoorden: “Ik heb geleerd dat een vrouw een strijder, een vrijheidsstrijder, een politiek activist kan zijn, en dat ze verliefd kan worden en geliefd kan worden. Ze kan getrouwd zijn, kinderen krijgen, moeder zijn. Revolutie moet ook leven betekenen; elk aspect van het leven.” Het feminisme van links-liberaal faalt en is een bondgenoot gebleken van de partijen van de heersende klasse die het finaal -volstrekt foutief- parkeren bij de “andere gediscrimineerde minderheden” in hun groot inclusiviteitsbedrog. “Iedereen telt mee” in dienst van de kapitalistische maatschappij.

De Franse filosoof Jean-Claude Michéa schreef hierover treffend: “Vrouwen zijn nooit een ‘minderheid’ geweest. Ze vertegenwoordigen gewoon de andere helft van het menselijk ras. Vanuit dit gezichtspunt functioneert het biologische feit van seksuele verschillen bovenal als een absolute grens aan alle idealistische fantasieën van volledigheid (en dus van almacht), omdat het van meet af aan elke aanspraak van een van de twee seksen – en a fortiori die van een individueel subject dat verondersteld wordt volledig controle te hebben over zijn of haar ‘keuzes’ – om de essentie van menselijkheid te belichamen, ontkracht. Het is precies deze structurele limiet, en de radicale eindigheid die deze impliceert, die de liberale ideologieën van onverschilligheid, die uiteindelijk altijd verankerd waren in de beweging naar marktuniformiteit van de wereld, nu wanhopig proberen af te schaffen.”(*)

Kapitalisme en cultuur van seksuele uitbuiting

De eerder aangehaalde commercialisering van het vrouwelijk lichaam speelt een belangrijke rol in het beschouwen van seksualiteit als handelswaar. De kapitalistische maatschappij laat dit gebeuren door een cultuur van tolerantie voor seksuele uitbuiting te creëren, vooral via de reclame- en amusementsindustrie. Advertenties waarin schaars geklede vrouwen producten aanprijzen, creëren systemische, culturele stereotypen en bestendigen de associatie van vrouwen als seksuele objecten. Provocerende beelden van vrouwenlichamen voor modemerken en door beroemdheden in showbizz, muziek, film,… op hun rode lopers zijn hier voorbeelden van. Dit laat zien dat, ongeacht de leeftijd of het reclamemiddel, de manier waarop vrouwelijke seksualiteit uitgespeeld wordt, een grote rol speelt in de hedendaagse westerse, door het kapitalisme gedragen degeneratie. Als we terugkijken naar het begin van de reclame, dat dateert uit de jaren 1950, werden vrouwen nooit op een vernederende manier afgebeeld. Vrouwen werden altijd afgebeeld als individuen die gerespecteerd werden, nooit als seksobjecten. Na verloop van tijd veranderde het reclameschema echter drastisch onder invloed van (de nasleep van) de liberale revolte sinds de jaren 1960. Het hedendaags feminisme heeft hier geen enkel afdoend antwoord op omdat het de antikapitalistische klassenstrijd niet centraal stelt.

Besluit

De enige maatstaf voor politieke gelijkheid tussen mannen en vrouwen is gelijkheid voor werk. Dit is de gelijkheid die wordt voorgesteld door het revolutionaire antikapitalisme (socialisme van het soort dat ingaat tegen de sociaaldemocratische en trotskistische oplichterij). We hoeven ook geen onderscheid te maken tussen diverse vormen van hedendaags feminisme omdat het in de kern een burgerlijke ideologie blijft. Het is bijgevolg dan ook anticommunistisch, anti sociaal-revolutionair. Vrouwen die het socialisme ondersteunen, hebben een andere houding. Ze zien mannen niet als de vijand en de onderdrukker. Integendeel, ze zien mannen als hun kameraden, die met hen de sleur van de dagelijkse kapitalistische verplichtingen delen en met hen (kunnen) strijden voor een betere toekomst. Vrouwen worden net als hun mannelijke collega’s ingeperkt door dezelfde sociale omstandigheden, dezelfde gehate ketens van het kapitalisme die hun wil onderdrukken en hen beroven van de geneugten en charmes van het leven. Het is waar dat verschillende specifieke aspecten van het hedendaagse systeem met dubbel gewicht op vrouwen rusten, zoals het ook waar is dat de omstandigheden van ingehuurde arbeid werkende vrouwen soms tot concurrenten en rivalen van mannen maken. Maar in deze ongunstige situaties weten we als antikapitalisten wie de echte schuldige is. Waar ook ter wereld waar een bevolking opstaat tegen kapitalisme en imperialisme, stonden en staan vrouwen zeer vaak in het middelpunt van de strijd. Op Internationale Vrouwendag sturen we als Zannekinbond dan ook groeten van solidariteit aan alle vrouwen die betrokken zijn in revolutionaire strijd.

Iris V.P.

Eindnoot:
(*)Jean-Claude Michéa, ‘Notre ennemi, le capital’, Flammarion, 2018, p.133