Een hartig woordje aan de Vlaamse Voorwachten – Herman Van den Reeck

Inleiding

Historische tekst waarin Herman Van den Reeck, geïnspireerd door een revolutionaire tijdsgeest en tal van buitenlandse bewegingen, in september 1919 de Vlaamse beweging oproept om te kiezen voor de buitenparlementaire weg van de revolutie in verbondenheid met het anti-imperialistische socialisme. Nog geen jaar later kwam Van den Reeck om het leven, getroffen door een Belgische politiekogel tijdens een door het liberale regime verboden 11-juli manifestatie. De tekst verscheen pas decennia later, in de zomer van 1966, in het Vlaamsgezinde weekblad ‘De Nieuwe Tijd’. Het is deze militante geest en ideologische ingesteldheid van de sociaal-revolutionaire nationalist Van den Reeck dat in tegenstelling tot het kleinburgerlijke en reactionaire karakter van het rechtse nationalisme, hertaald naar hedendaagse omstandigheden, navolging verdient: de verwerping van het parlementarisme en electoralisme, die tenslotte tot niets anders behoren dan de politieke bovenbouw van de kapitalistische economische onderbouw. Deze historische tekst kan niet los gezien worden van het tijdsgewricht waarin deze tot stand kwam en kan bijgevolg niet beschouwd worden als een hedendaagse oproep tot geweld. 

Herman Van den Reeck – bron: ADVN


Een hartig woordje aan de Vlaamse Voorwachten

Herman Van den Reeck

Zien we de toestand onzer beweging klaar onder ogen, vergelijken we haar met de vreemde nationaliteitenbewegingen, dan is het klaar en duidelijk voor wie niet ziende blind is: 1) dat onze beweging er niet het minste van weg heeft; 2) dat wij altijd de KANS die we hebben op herstel van ons vaderland, onvoorbereid moeten laten varen.

Wat andere bewegingen, om er twee te noemen, de Poolse en de Ierse, kenmerkt, is de zucht om aan de wereld te laten zien en horen dat ze BESTAAN. Dit gebeurde nooit bij ons. Nooit is er een groep, zo niet de aktivistische, geweest die de internationalisatie voorstond, die toch het enige middel is om het geweten der wereld in werking te doen komen. En dan nog mocht de aktivistische beweging op een heel ongunstig ogenblik vallen. Hier, als in Rusland vroeger, als in Engeland nog, is het onrecht oppermachtig. Het enige middel ertegen is, zich gewapenderhand ertegen verzetten. Een opstand, zelfs al mislukt die – zoals voor de oorlog alle Poolse en tot nu toe alle Ierse- heeft tenminste het voordeel bij dat de beweging wereldkundig wordt, wat wel door enige slachtoffers mag gekocht worden. Onnodig echter zo iets te beginnen zonder sterke organisatie.

Laten we niet meer omzien naar de parlementaire flaminganten. Die zijn tot geen daden in staat gebleken. Heeft Van Cauwelaert, iedere maal dat ZIJN optreden beslissend kon zijn – inzake schoolwet, aktivisme, troonreden- de Vlamingen niet in de rug geschoten om zijn partij te dienen?

Langs die weg valt niets te bereiken dan verbastering en vernedering. Slechts één weg staat dan nog open: de revolutie.

Een orkaan van revoluties woedt over Europa. De ineengestorte staten staan in lichtelaaie. Erg aanlokkend is die brand niet, wel dat de nationalisten juist daar alleen hunne rechten veroveren.

De wind waait naar ons toe. Indien Italië en Frankrijk niet vreesden zouden zij niet zo dringend opkomen voor een Entente-aktie in Rusland.

België is wel de staat die na de overwonnenen het verst op is. Zelfs de bondgenoten doen dit uitschijnen in hun houding tegenover ons. We vragen 10 miljard krediet. Amerika, om 5 gevraagd, geeft 3/4miljard, EN DAN NOG ONDER WAARBORG VAN ALLE BANKEN. Dat is een houding zoals werd aangeslagen tegenover Turkije. Dit zegt genoeg. De regering vreest de totale ondergang, hare houding in de kamers spreekt voor dit gevoel. Alle klassen zijn ontevreden; de grote vraagstukken die tussen de partijen oprijzen, brengen de regering ten val. DAN IS HET OGENBLIK DAAR. Een revolutie is hier onvermijdelijk. Wij, als altijd, zijn onvoorbereid.

Overal geven de jongeren de hoofdstoot tot een omwenteling; hier leggen ze het hoofd in de schoot.

Makkers, Vlaanderen heeft nog slechts deze ene kans; de moed verliezen voor die mislukt is, is laf verraad. Sluit u aaneen; verbindt uw politiek aan die der socialisten. Helpt het proletariaat de scepter te veroveren, zodoende gaat ge de beslissende strijd aan tegen het franskiljonisme. Zelfs al plukt het socialisme de vruchten alleen, dan nog zal de strijd tegen de bourgeoisie een strijd worden tegen de franskiljonse ploetokratie, en komt die berooid en beroofd van haar machtigste hulpmiddel: geld en bezittingen, uit de strijd. Ons Volk, voor wie de strijd in laatste instantie toch gaat, zal als souverein opkomen, en, niet meer onder de drang der hogere standen, maar bewust van zijn waarde herkregen in de strijd, zal het de maatregelen kunnen treffen die noodzakelijk zijn voor zijn bestaan. Dan is de Vlaamse kwestie meteen opgelost.

Om zover te geraken is echter organisatie allernoodzakelijkst. Organiseer U, sticht geheime revolutionaire bonden die zich gereed maken tot de supreme strijd, bewapen u in alle stilte, oefen u zo mogelijk; voor alles: zoek aansluiting bij de groeperingen die hetzelfde doel beogen. Zoek aansluiting bij de soldaten enerzijds, bij de socialisten anderzijds; daar ligt het heil.

Weg met alle gewetensbezwaren.

Alles voor Vlaanderen, ook ons leven, en onze vrijheid. De romantische periode is voorbij; we staan voor de eerste daad. Ten strijde Vlaanderen ’t is de tijd!



Bron: De Nieuwe Tijd, 7 juli 1966.