Naar aanleiding van een nieuwsbrief van het magazine TeKoS (juni 2024) waarin een Corsicaanse uiterst rechtse beweging voorgesteld wordt als een mogelijke uitdager voor een ideologische evolutie van het bestaande, reële Corsicaanse nationalisme, werd besloten het hedendaags Corsicaans nationalisme wat van naderbij te bekijken. In elk geval stellen we uitdrukkelijk dat er van een ideologische koerswijziging geen sprake is. De militante en populaire speerpunt is en blijft verzet tegen imperialisme en modern kolonialisme met hun concrete gevolgen. De (poging tot) opkomst van een identitair uiterst-rechts kan eerder als een poging aanzien worden om Corsica verder aan Frankrijk te binden en het politiek status quo te bestendigen. In Vlaamse uiterst-rechtse kringen leeft al langer de ijdele hoop dat de revolutionaire volksnationale bewegingen in Europa zouden volgen in het moeras van kleinburgerlijk electoralisme, islamhaat en zionisme.
******
De verkiezingsoverwinningen in 2015 van Pè a Corsica (Simeoni) en Corsica Libera (Talamoni) waren cruciaal voor een oplevend geloof dat men via verkiezingen resultaten zou kunnen boeken in het Corsicaans ontvoogdingsproces. In diezelfde periode had het FLNC aangekondigd de gewapende strijd te staken en het parlementaire werk te ondersteunen. Nog geen 10 jaar later blijft van dat geloof in constitutioneel nationalisme via parlementair werk zo goed als niets meer over, het FLNC kondigde in 2023 aan opnieuw de wapens op te nemen. De reden hiervoor is de zware ontgoocheling bij de Corsicanen, het gebrek aan resultaten via parlementaire weg omdat de Franse overheid elke verandering botweg afwees en op geen enkele fundamentele Corsicaanse eis werd ingegaan. De verklaring hiervoor bespreken we verder. Net zoals in Ierland werd de parlementaire weg een middel in de pacificatiestrategie van de koloniale macht om het status quo te behouden en te versterken.
De kern van het modern Corsicaans nationalisme is nu nog steeds wat het ook in de jaren ’70 was: verzet tegen kolonialisme en imperialisme, en tegen de hedendaagse uitwassen daarvan. Dat is zeker geen rechts-identitaire strijd zoals soms gesuggereerd wordt. Het is zeker niet de zeer kleine uiterst rechtse autonomistische (niet pro onafhankelijkheid!) beweging U Palatinu die de nieuwe heraut van de Corsicaanse ontvoogdingsstrijd vormt. Die rol is weggelegd voor twee andere bewegingen, allebei voortvloeiend uit wat sinds jaar en dag het kloppende hart van het Corsicaans nationalisme vormt: de studentenwerking aan de universiteit van Corti enerzijds en de steunorganisaties voor de Corsicaanse politieke gevangenen anderzijds met op de achtergrond steun vanuit de clandestiene beweging die de gewapende strijd voert.
Nazione en Core in Fronte
Ten eerste is er de beweging / partij Nazione (samengaan van Corsica Libera met Patriotti (organisatie ter ondersteuning van Corsicaanse politieke gevangenen) en een aantal onafhankelijken. Nazione werd eind januari 2024 opgericht als antwoord op de oproep tot patriottische heroprichting in het najaar van 2023, gelanceerd vanuit het opnieuw geactiveerde FLNC. Nazione krijgt naast steun vanuit het FLNC ook steun vanuit de Corsicaanse nationalistische vakbond STC (Sindicatu di i travagliadori corsi). Ten tweede is er de beweging / partij Core in Fronte, eveneens met een aantal nevenorganisaties (jeugdwerking, ondersteuning van politieke gevangenen,…), in 2018 ontstaan uit de beweging U Rinnovu Naziunale en gecentreerd rond de figuur Paul-Felix Benedetti. Ook deze beweging wordt door individuele leden van het FLNC gesteund. De in 2019 door de maffia vermoordde FLNC’er Massimu Susini, bekend vanwege zijn verzet tegen de drugsbendes in Cargèse, werd bijvoorbeeld tot de entourage van Core in Fronte gerekend.
De ideologische wortels van het hedendaags Corsicaans nationalisme
Historisch gezien zijn de Corsicaanse nationalistische groepen geënt op het ideeëngoed van Pasquale Paoli. De kortstondige republiek die Paoli in de 18de eeuw tot stand bracht, was gebaseerd op de waarden van de Verlichting en gericht tegen het Franse monarchisme. De Franse Revolutie moest op dat moment nog plaats vinden, maar de Corsicanen zijn fier op het feit dat ze een republiek hadden die “vrijheid en gelijkheid” al hoog in het vaandel voerde. Het latere anti-imperialisme en antikolonialisme trekt in aanzienlijke mate die lijn door. De ideologische basis van de jaren ’70, toen het moderne radicale Corsicaanse nationalisme ontstond, is dus niet weg te zetten als een soort machtsgreep van “mei-68’ers”. Revolutionaire organisaties krijgen ideologisch vorm door een geschoolde leiding terwijl de meeste militanten zich niet bezig hielden / houden met ideologische onderbouwing. De historische manifesten van het Corsicaans nationalisme gaan programmatorisch steeds in dezelfde richting (A Chjama di u Castellare uit 1973, het stichtingsmanifest van het FLNC van 5 mei 1976 en A Chjama per l’independenza daterend van juni 1987): radicale afwijzing van imperialisme en kolonialisme. Daarop worden zowat alle andere standpunten geënt, waaronder ook het afwijzen van het autonomiestreven binnen een Frans kader en het verzet tegen “omvolking” (zie verder).
Dat is voor de huidige bewegingen Core in Fronte en Nazione niet anders, om de loutere reden dat dit de belangrijkste problematiek op het eiland is en blijft. Nazione kondigde aan dat de concrete politieke werking zich zal richten op thema’s als de door Frankrijk gestimuleerde kolonisatie van nederzettingen, speculatie met onroerend goed, de drugsplaag en de rol van de georganiseerde misdaad, en de hoge kosten van levensonderhoud. Corsica behoort nog steeds tot de armste regio’s van Frankrijk en het is geen toeval dat de belangrijkste vakbond op Corsica een nationalistische politiek voorstaat. De STC roept op tot de officiële erkenning van de Corsicaanse taal, weigert de buitenparlementaire nationalistische actie te veroordelen en pleit voor de “corsificatie” van jobs, wat betekent dat banen met gelijke vaardigheden als prioriteit moeten worden gereserveerd voor wie tot het Corsicaanse volk behoort. De vakbond verdedigt zich tegen elke racistische of etnische connotatie.
Op de stichtingsvergadering van Nazione namen de activisten een algemene beleidsmotie van 15 punten aan, waaronder “de toetreding van het Corsicaanse volk tot nationale onafhankelijkheid en de oprichting van een Corsicaanse republiek”. In de motie staat verder dat de beweging de VN zal vragen Corsica op te nemen op de lijst van te dekoloniseren volkeren, “waarbij het vooruitzicht van een Franse bestemming voor het volk wordt verworpen”. De motie, die unaniem is aangenomen, bevat een duidelijke verklaring van niet aflatende solidariteit met het FLNC en stelt ook als doel om de precaire situatie van Corsica te bestrijden en meer sociale rechtvaardigheid te bereiken, om de uitdaging van de klimaatverandering aan te gaan, om de economie te ontwikkelen met respect voor de cultuur en het milieu. Het modern Corsicaans nationalisme kreeg ten andere van meet af aan een zeer ecologische invulling met het bekende verzet van de Corsicanen in 1973 tegen het dumpen van vervuild “rood slib” voor de kusten van Cap Corse door het Italiaanse bedrijf Montedison.
De “omvolking”, maar dan wel de echte…
De teloorgang van de Corsicaanse taal en cultuur wordt door Corsicaanse nationalisten terecht aanzien als een direct gevolg van de Franse politiek om het eiland te bevolken met Fransen om zo via een daadwerkelijke omvolking het “Corsicaanse probleem” te laten verdwijnen. Alle inwijking van “niet-Corsicanen” dus, met als belangrijkste probleem de toevloed van begoede Fransen die naast de historische kolonisatie met “pieds-noirs” en hun nakomelingen, de verfransing snel in de hand werken. Het zijn trouwens vooral deze Fransen, die de meest fervente aanhang van het Rassemblement National (RN) op Corsica vormen. Een andere pool waaruit het Franse staatsnationalistische RN recruteert zijn de oude Corsicaanse clanstructuren. Deze begoede Corsicaanse families verzetten zich tegen de nationalistische strijd en zijn sinds jaar en dag rechtse bondgenoten van Frankrijk ter behoud van het status quo, zijn regelmatig betrokken in corruptieschandalen en hebben in sommige gevallen banden met de georganiseerde misdaad.
Echte omvolking dus, waarbij de Corsicaanse nationalisten elke opvatting verwerpen van een lotsgemeenschap die ertoe neigt automatisch de status van Corsicaan te erkennen en de daarmee samenhangende rechten van iedereen die gedurende een bepaalde periode permanent op het eiland heeft verbleven. Men toont zich derhalve loyaal aan de veeleisende opvatting die werd gedefinieerd in het “Witboek” van het FLNC daterend uit de jaren tachtig, gekenmerkt door verzet tegen “de logica van kolonisatie door kolonisten” met de bevestiging dat “de enige gemeenschap met rechten op Corsicaanse bodem” “het Corsicaanse volk is, een levende historische en culturele gemeenschap”. Op geen enkel moment is dit gericht tegen een specifieke etnische of religieuze minderheid.
Dit heeft niets te maken met de opvattingen over “omvolking” die in uiterst rechtse identitaire kringen leven, waarbij de autochtone bevolking dan zogezegd vervangen wordt door “immigratie van islamitische vreemdelingen”. Het zijn in de eerste plaats de welstellende Europese Fransen die via inwijking het Franse karakter versterken en terzelfdertijd de vastgoedprijzen de hoogte injagen, huizen en mooie gronden inpalmen, projectontwikkelaars steunen en een bondgenoot vinden in de immer parasitaire immobiliënsector. Als gevolg van dit bewust door de Franse overheid gesteunde beleid, zijn jonge Corsicanen genoodzaakt om het eiland te verlaten. De kern van deze omvolking is dus sociale strijd en culturele strijd, maar geen verzet tegen “de islam”. Hieraan gelinkt is de nog steeds actuele eis om de Corsicaanse landbouwgronden te herverdelen ten gunste van Corsicaanse boeren en ten nadele van Franse pieds-noirs en hun nakomelingen die vruchtbare Corsicaanse gronden geschonken kregen vanwege de Franse overheid na de terugtrekking uit Algerije.
U Palatinu / Mossa Palatinu?
De beweging van Nicolas Battini, U Palatinu en de partij die eruit ontstond, streeft naar Corsicaanse autonomie. Niet naar onafhankelijkheid, een bijzonder belangrijk verschil omdat zijn doelpubliek een Corsicaanse middenklasse vormt die best wel één en ander te danken heeft aan het feit dat Corsica deel van de Franse staat vormt. Niet voor niets omschrijft Palatinu zich als “conservatief-liberaal” (sic) en pro Israël. Op en top kleinburgerlijk dus, beantwoordend aan de verzuchtingen van een deel van de middenklasse dat geen onafhankelijkheid en grondige maatschappelijke verandering wenst. U Palatinu is duidelijk ongevoelig voor armoede en sociale kwesties, terwijl dit net de voeding vormt van het felle Corsicaanse nationalisme (en bij uitbreiding elk volksnationalisme).
De verwerping van een autonoom statuut binnen een Frans kader is één van de belangrijkste strijdpunten van het radicale Corsicaanse nationalisme met op kop het FLNC, omdat een autonoom statuut niet zou toelaten te breken met de bestaande maatschappelijke en economische toestand. Het FLNC bevestigde dit nogmaals in een persbericht in januari 2024, waarin het ook 45 aanslagen tegen buitenverblijven en ander vastgoed in Frans bezit opeiste, die sinds oktober 2023 plaatsvonden.
U Palatinu zal er dus toe bijdragen dat Corsicaanse burgers afgeleid worden van de problemen die hen dagelijks plagen en speelt op die wijze direct in de kaart van de Franse staat. Met betrekking tot de omvolking betekent dit dat Palatinu de Franse / Europese inwijking van begoede burgers op zoek naar buitenverblijven en winstgevende vastgoedprojecten (vakantiehuizen, vakantieparken,…) niet als één van de meest fundamentele problemen aanziet maar wel de aanwezigheid van immigranten met Maghrebijnse achtergrond. Dit betekent dat Palatinu geen einde kan of wil brengen aan de noodgedwongen exodus van minder gefortuneerde Corsicanen noch aan de verwoesting van het eiland door een woekerende immobiliënspeculatie en de bijhorende verfransing. Inspelend op rancune wijst U Palatinu een valse vijand aan, ontheft de Corsicanen van hun verantwoordelijkheden, en zal het vruchten plukken van elk nationalistisch falen bij Corsicanen die gedesillusioneerd raakten.
Dat neemt niet weg dat er wel degelijk flink wat migranten met Maghrebijnse achtergrond op Corsica aanwezig zijn en dat er soms ook wrijvingen tussen gemeenschappen ontstaan. In de periode 2015-2017 vonden in Corsica kort na elkaar een aantal incidenten plaats waarin personen met een islamitische achtergrond betrokken waren. De bekendste was de zogenaamde vechtpartij van Siscu. Het kuststadje op Cap Corse werd het toneel van een massale vechtpartij tussen een familie van Marokkaanse origine en enkele tientallen dorpsbewoners nadat salafisten (vermoedelijk anderen dan de betrokken Marokkaanse familie) hadden geprobeerd het plaatselijke stuk strand af te sluiten voor de andere bezoekers. Vanuit het FLNC werd een persbericht verstuurd waarin nadrukkelijk werd gesteld dat acties en uitingen van salafisme niet zouden worden getolereerd. Op geen enkel moment sprak men zich echter uit tegen “de islam” of tegen de aanwezigheid van specifieke groepen vreemdelingen. Wie vandaag rondtoert op Corsica, ziet dat de oude graffiti-opschriften “Arabi Fora!” grotendeels verdwenen of uitgesleten zijn door de tand des tijds. Het straatbeeld wordt des te meer, tot in de meest afgelegen bergwegen toe, gekleurd door vrij recente opschriften tegen “de colons”, tegen de Franse staat, pro FLNC en ter ondersteuning van wijlen Yvan Colonna en Massimu Susini.
De zaak Yvan Colonna
De zaak Yvan Colonna is illustratief voor het verschil in perspectief tussen enerzijds uiterst rechts dat de islam viseert en anderzijds de Corsicaanse nationalistische beweging. Yvan Colonna was een Corsicaanse nationalist en FLNC-militant die werd veroordeeld voor vermoedelijke betrokkenheid bij de politiek-militaire operatie tegen de Franse prefect Claude Érignac in 1998. Colonna werd -net zoals vele Corsicaanse politieke gevangenen- opgesloten in Franse gevangenissen op het vasteland. Colonna hield zijn onschuld altijd vol maar kon net zoals de andere Corsicaanse politieke gevangen niet genieten van een apart politiek statuut. Hij kreeg wel vanwege de Franse staat het DPS-etiket “risicovolle gedetineerde” opgespeld. In theorie impliceert deze status, die bedoeld is voor gevangenen die gevaarlijk zijn en/of blijk hebben gegeven van enige neiging om te ontsnappen – wat nooit het geval was voor Yvan Colonna – isolatie en speciaal toezicht door de gevangenisadministratie. Begin maart 2022 bevond Yvan Colonna zich echter in een sporthal van de gevangenis van Arles in het gezelschap van een andere DPS-gevangene, een wegens jihadistisch geweld opgesloten Kameroener. De niets vermoedende Colonna, bezig met wat push-up oefeningen, wordt er plots brutaal aangevallen door de jihadist. Bovendien duurde het opvallend lang alvorens de bewakers ingrepen, zowel tijdens de -door bewaking gefilmde- aanval als nadien wanneer Colonna acute gezondheidsproblemen onderging als gevolg van de moordpoging. Enkele weken later stierf Colonna aan de gevolgen van de aanval, wat meteen zware rellen in gans Corsica veroorzaakte.
Palatinu-leider Battini, die in deze zaak voor hem een persoonlijk keerpunt zag, beschouwt de kwestie als een bewijs van de noodzaak te strijden tegen islamitische immigratie. Omdat de dader een islamist was die tot de moord zou overgegaan zijn op basis van een discussie met religieuze inhoud (beweert de moordenaar zelf). De volledige Corsicaanse nationalistische beweging daarentegen, de familie van Colonna en de duizenden jongeren die de straat op gingen viseerden de Franse staat terecht als de belangrijkste schuldige: was het nalatigheid of een bewuste keuze met het oog op het neutraliseren van een populaire Corsicaanse nationalist? Feit is dat Colonna nooit op de plaats van de moord had mogen zijn en er dus ook nooit een eventuele discussie met een islamist had mogen plaatsvinden. Een uitgekookte Franse poging om “het Corsicaans probleem” verder te demoniseren en te verzwakken door het in de richting te duwen van uiterst rechts, islamhaat,…?
Vanuit U Palatinu zou de vraag tot samenwerking gekomen zijn met Patriotti / Nazione maar Patriotti-leider Jean-Philippe Antolini wees dit van de hand wegens “onoverbrugbare verschillen” in visie. Een begrijpelijke keuze. Dat er echter een ideologische bocht in het Corsicaans nationalisme zou plaatsvinden of dat een rechts-identitaire groep in de toekomst het Corsicaans nationalisme zal overnemen valt ernstig te betwijfelen. De militante, door jongeren actief ondersteunde speerpunt van dit nationalisme blijft vertrekken vanuit een grondige systeemanalyse om uit te komen bij verzet tegen hedendaags imperialisme, kolonialisme en de concrete gevolgen daarvan. Het rechtse identitaire discours daarentegen beantwoordt slechts aan de verzuchtingen van de gezapige kleinburger die geïrriteerd wordt door de uitwassen van zijn geliefkoosde economische systeem en de ermee gepaard gaande dominante ideologie.