De linkse zaak tegen open grenzen

Voorwoord

Het onderstaande artikel verscheen in 2018 in American Affairs (zie bronvermelding onderaan). Hoewel in eerste instantie gericht op een Amerikaans lezerspubliek en handelend over het Amerikaans beleid, is de situatie met betrekking tot het onderwerp immigratie in aanzienlijke mate gelijkaardig voor West-Europa. De opvattingen en visies van de nochtans in aanhang grotere maar steeds machtelozer wordende Europese linkerzijde, zijn ten aanzien van de migratieproblematiek grotendeels gelijkaardig. Angela Nagle werd bekritiseerd omwille van dit artikel, maar zelden of nooit dringt die kritiek door tot de kern van de zaak: open grenzen dienen in eerste instantie de belangen van het kapitaal en zeker niet de belangen van de Europese arbeidersklasse.

Woord en wederwoord met betrekking tot dit gevoelig onderwerp kan enkel maar een positief resultaat opleveren. De kritiek die Nagle voor dit artikel kreeg, berustte vooral op de stelling dat er eigenlijk geen open grenzen zijn en het kapitaal immigratie vooral wil verhinderen (bv. het optrekken van grensmuren, het versterken van grenspolitiediensten zoals ICE in de Verenigde Staten, Frontex in Europa). Met de Zannekinbond menen we dat de realiteit iets complexer is dan dat. We moeten durven stellen dat de machtselite in Europa en de VS in de eerste plaats probeert – maar daar niet altijd in slaagt – om migratiestromen te reguleren op maat van het kapitaal. Dit op twee domeinen: haar economisch vraag- en-aanbodmechanisme (bv. grootschalige inzet van illegale arbeiders in de tuinbouw en in knelpuntberoepen allerhande) alsook de aanhoudende zoektocht naar kostenreductie (Europese sociale zekerheidsstelsels zijn een verliespost voor het kapitaal, lagere sociale bijdragen in thuislanden, enz.). De toenemende vraag op de nationaal georganiseerde, dure sociale zekerheidssystemen brengen deze onder existentiële druk en vergemakkelijkt hun afbouw of privatisering. De hardnekkige mythe dat immigratie zal bijdragen aan de betaalbaarheid van pensioenen (door de vergrijzingsproblematiek) wordt nog steeds wijd verspreid.

De Zannekinbond meent dan ook dat het discours en de argumentatie die Angela Nagle naar voren brengt, zinvol is en vooral ook voor de politieke linkerzijde in Europa een noodzakelijk deel vormt,  om in de toekomst nog een politieke rol van betekenis te kunnen vervullen en de Europese werkende klasse niet verder te verliezen aan extreemrechts. Wij benadrukken (!) dat het geenszins de bedoeling kan of mag zijn om migranten of vreemdelingen te viseren op basis van het beargumenteerd afwijzen van grootschalige immigratie richting Europa of welke andere reden ook. Wat geviseerd moet worden, zijn de kapitalistische mechanismen en de beleidskeuzes vanwege burgerlijke partijen en politici, die geweld, corruptie, uitbuiting  en andere uitwassen van imperialisme in het zuiden van de wereld uitlokken en de directe of indirecte oorzaak vormen van hedendaagse migratiestromen. Is dit een afbreuk aan een internationalistisch perspectief? Geenszins! Socialisme kan enkel welslagen als politiek de economie dirigeert. Politiek kan economie enkel dirigeren binnen een welomlijnd kader waarbinnen de politiek haar gezag kan laten gelden en tot nader order is een staatsorganisatie hiertoe nog steeds het meest geschikt. Het reëel bestaande socialisme van de 20ste eeuw enerzijds en de evolutie door het globalisme van begin de 21ste eeuw anderzijds, hebben dit uitvoerig aangetoond. Socialisme en de concrete politieke organisatie zijn onderhevig aan lokale, regionale en nationale karakteristieken en daarom moet subsidiariteit hoog in het vaandel gevoerd worden. Dit betekent automatisch ook de bevestiging van de noodzaak van grenzen. Grenzen zijn evenwel geen hindernis voor het nastreven van internationale solidariteit met de slachtoffers van imperialisme en samenwerking met gelijkgezinden in respect voor elkaars eigen keuzes en lokale of nationale voorkeuren: socialisme in de kleuren der volkeren.

Als elke afwijzing van verdere centralisatie van de EU wordt verdacht van nationalisme, of als de opvatting dat de armen in deze wereld vooral ter plaatse moeten worden geholpen, in plaats van door het bevorderen van migratie, zelfs als “racistisch” wordt beschouwd, dan helpt dit uiteindelijk partijen als de AfD.  Want als redelijke standpunten  door velen als “rechts” worden beschouwd in het publieke debat, dan trekken veel mensen de conclusie dat hun mening enkel nog door een rechtse stem kan vertegenwoordigd worden.” ~ Sahra Wagenknecht, Fokus, 14/07/2019

De linkse zaak tegen open grenzen  (Angela Nagle)

Voordat er “Bouw de muur” klonk, was er “Sloop deze muur!“. In zijn beroemde toespraak uit 1987 eiste Ronald Reagan dat het “litteken” van de Berlijnse Muur werd verwijderd en drong erop aan dat de aanstootgevende beperking van de beweging die het vertegenwoordigde niets minder was dan een “kwestie van vrijheid voor de hele mensheid”. Hij zei verder dat degenen die “weigeren lid te worden van de gemeenschap van vrijheid […] achterhaald zouden geraken”, als gevolg van de onweerstaanbare kracht van de wereldmarkt. En dat deden ze ook. Ter viering regisseerde Leonard Bernstein een uitvoering van “Ode aan de vreugde” en Roger Waters voerde “The Wall” uit. Barrières voor arbeid en kapitaal kwamen over de hele wereld naar beneden; het einde van de geschiedenis werd uitgeroepen; en decennia van door de VS gedomineerde globalisering volgden.

In zijn negenentwintigjarige bestaan ​​stierven ongeveer 140 mensen die de Berlijnse Muur probeerden over te steken. In de beloofde wereld van wereldwijde economische vrijheid en welvaart stierven vorig jaar alleen al 412 mensen die de VS-Mexicaanse grens over wilden steken en stierven er meer dan drieduizend het jaar daarvoor in de Middellandse Zee. De popsongs en Hollywood-films over vrijheid zijn dan nergens te vinden. Wat ging er mis?

Natuurlijk eindigde het Reagan-project niet met de val van de Sovjet-Unie. Reagan – en zijn opvolgers in alle partijen – gebruikten dezelfde triomfalistische retoriek om de uitholling van vakbonden, de deregulering van banken, de uitbreiding van outsourcing en de globalisering van markten verder te ontwikkelen, weg van het zogenaamde dode gewicht van nationale economische belangen. Centraal in dit project stond een neoliberale aanval op de nationale grenzen die de arbeids- en kapitaalstromen onder controle hielden. Thuis hield Reagan ook toezicht op één van de belangrijkste pro-migratie hervormingen in de Amerikaanse geschiedenis, de Reagan Amnesty uit 1986 die de arbeidsmarkt uitbreidde door miljoenen illegale migranten de wettelijke status te geven.

Populaire bewegingen tegen verschillende elementen van deze visie na de Koude Oorlog kwamen aanvankelijk vanuit links in de vorm van de antiglobaliseringsbewegingen en later Occupy Wall Street. Maar zonder de onderhandelingsmacht om internationaal kapitaal uit te dagen, kwamen protestbewegingen nergens. Het geglobaliseerde en financiële systeem hield stand ondanks alle verwoestingen die het veroorzaakte, zelfs doorheen de financiële crisis van 2008.

Tegenwoordig neemt veruit de meest zichtbare antiglobaliseringsbeweging de vorm aan van de anti-migrantenreactie onder leiding van Donald Trump en andere “populisten”. Links lijkt ondertussen geen andere optie te hebben dan terug te schrikken van Trumps “moslimverbod” en nieuwsverhalen over ICE (de Amerikaanse federale politiedienst m.b.t. immigratie en douane) die op migrantengezinnen jaagt; het kan alleen reageren tegen wat Trump doet. Als Trump voor immigratiecontrole is, dan zal links het tegenovergestelde eisen. En dus is er vandaag sprake van “open grenzen” in het reguliere liberale discours, daar waar het zich ooit beperkte tot radicale vrijemarktdenktanks en libertaire anarchistische kringen.

Hoewel geen enkele serieuze politieke partij van links concrete voorstellen voor een werkelijk grenzeloze samenleving aanbiedt, heeft links zichzelf ingesloten door de morele argumenten van links met open grenzen en de economische argumenten van denktanks over de vrije markt te omarmen. Als “geen mens illegaal is!”, zoals het een protestlied luidt, aanvaardt links impliciet het morele argument voor helemaal geen grenzen of soevereine naties. Maar welke implicaties heeft onbeperkte migratie voor projecten zoals universele openbare gezondheidszorg en onderwijs, of een federale banengarantie? En hoe zullen progressieven deze doelen overtuigend aan het publiek uitleggen?

Tijdens de primary-campagne van de Democraten in 2016, toen Vox-redacteur Ezra Klein aan Bernie Sanders een open-grenzenbeleid voorstelde, gaf de senator zijn ondertussen beroemd en generationeel gekleurd antwoord: “Open grenzen? Nee. Dat is een voorstel van de gebroeders Koch”.1 Dit verwarde even het officiële verhaal en Sanders werd er al snel van beschuldigd te “klinken als Donald Trump”. Onder de generatieverschillen die in deze uitwisseling aan het licht zijn gekomen, is er echter een groter probleem. De vernietiging en het verlaten van de arbeidspolitiek betekent dat immigratiekwesties op dit moment alleen kunnen spelen in het kader van een cultuuroorlog, die volledig op morele gronden wordt gevochten. In de verhoogde emoties van het Amerikaanse publieke debat over migratie heerst een eenvoudige morele en politieke tweedeling. Het is “rechts” om “tegen immigratie” te zijn en “links” om “voor immigratie” te zijn. Maar de economie van migratie vertelt een ander verhaal.

Nuttige idioten

De transformatie van open grenzen naar een “linkse” positie is een heel nieuw fenomeen en druist fundamenteel in tegen de geschiedenis van de georganiseerde linkerzijde. Open grenzen zijn al lang een schreeuw van het bedrijfsleven en de vrije markt. Op basis van neoklassieke economen hebben deze groepen gepleit voor de liberalisering van migratie op basis van marktrationaliteit en economische vrijheid. Ze verzetten zich tegen beperkingen van migratie om dezelfde redenen dat ze zich verzetten tegen beperkingen van het kapitaalverkeer. Het door Koch gefinancierde Cato Institute, dat ook voorstander is van het opheffen van wettelijke beperkingen op kinderarbeid, heeft al decennia lang radicale open grenzen bepleit en beweert dat steun voor open grenzen een fundamenteel principe van libertarisme is, en “vergeet de muur al, het is tijd voor de VS om open grenzen te hebben”.2 Het Adam Smith Institute heeft ongeveer hetzelfde gedaan door te stellen dat “immigratiebeperkingen ons armer maken”.3

In navolging van Reagan en figuren als Milton Friedman, pleitte George W. Bush voor liberalisering van migratie vóór, tijdens en na zijn presidentschap. Grover Norquist, een ijverige pleitbezorger van de belastingverlagingen van Trump (en Bush en Reagan), heeft jarenlang geklaagd over het gebrek aan liberalisme van de vakbonden en herinnerde ons eraan: “[…] vijandigheid tegenover immigratie is van oudsher een oorzaak van de vakbond“.4

Hij is niet verkeerd. Van de eerste wet die immigratie in 1882 beperkte tot César Chávez en de beroemde multi-etnische United Farm Workers die in 1969 protesteerden tegen het gebruik en het aanmoedigen van illegale migratie door werkgevers, hebben vakbonden zich vaak verzet tegen massamigratie. Ze zagen de opzettelijke invoer van illegale, laagbetaalde werknemers als een verzwakking van de onderhandelingsmacht van de arbeid en als een vorm van uitbuiting. Het valt niet te ontkennen dat de macht van vakbonden per definitie afhankelijk is van hun vermogen om het aanbod van arbeid te beperken en in te trekken, wat onmogelijk wordt als een volledig personeelsbestand gemakkelijk en goedkoop kan worden vervangen. Open grenzen en massa-immigratie zijn een overwinning voor het patronaat.

En de bazen ondersteunen het bijna universeel. De denktank en lobbyorganisatie van Mark Zuckerberg, Forward, die pleit voor de liberalisering van het migratiebeleid, maakt een lijst van zijn “oprichters en financiers”: Eric Schmidt en Bill Gates, evenals CEO’s en senior executives van YouTube, Dropbox, Airbnb, Netflix, Groupon, Walmart, Yahoo, Lyft, Instagram en vele anderen. De cumulatieve persoonlijke rijkdom die op deze lijst wordt weergegeven, is voldoende om de meeste regerende instellingen en parlementen zwaar te beïnvloeden, zo niet volledig om te kopen. Hoewel vaak gevierd door progressieven, zijn de motivaties van deze “liberale” miljardairs duidelijk. Hun vrijgevigheid jegens dogmatisch anti-arbeid Republikeinen, zoals Jeff Flake van de beroemde Gang of Eight Bill (een liberale hervorming van de immigratiewetgeving voorgesteld door acht Amerikaanse senatoren), zou geen verrassing moeten zijn.

Toegegeven, de oppositie van de vakbond tegen massale migratie was in eerdere periodes soms vermengd met racisme (dat in de hele Amerikaanse samenleving aanwezig was). Wat wordt weggelaten in libertaire pogingen om vakbonden te besmeuren als “de echte racisten”, is echter dat ze in die hoogdagen van sterke vakbonden ook hun macht gebruikten om campagnes van internationale solidariteit met arbeidersbewegingen over de hele wereld op te zetten. Vakbonden verhoogden het loon van miljoenen niet-blanke leden, terwijl het inboeten van de vakbondsmacht vandaag de dag naar schatting zwarte Amerikaanse mannen gemiddeld 50 dollar per week kost.5

Tijdens de neoliberale revolutie van Reagan werd de vakbondsmacht een klap toegebracht waarvan ze zich nooit heeft hersteld, en de lonen stagneren al tientallen jaren. Onder deze druk heeft links zelf een transformatie ondergaan. Bij afwezigheid van een krachtige arbeidersbeweging is het radicaal gebleven op het gebied van cultuur en individuele vrijheid, maar kan het weinig meer bieden dan tandeloze protesten en oproepen te voldoen aan wettelijke verplichtingen op het gebied van economie.

Met obscene beelden van lageloonmigranten die door ICE als criminelen worden achtervolgd, anderen die in de Middellandse Zee verdrinken en de zorgwekkende groei van anti-immigrantensentiment over de hele wereld, is het gemakkelijk in te zien waarom links illegale migranten wil verdedigen als slachtoffers tegen zij die hen viseren. En terecht. Maar handelend op de juiste morele impuls om de menselijke waardigheid van migranten te verdedigen, heeft links uiteindelijk de frontlinie te ver naar achteren getrokken en effectief het uitbuitende systeem van migratie zelf verdedigd.

De goedbedoelende activisten van vandaag zijn de nuttige idioten van grote bedrijven geworden. Met hun goedkeuring van open grenzen-belangenbehartiging – en een fel moreel absolutisme dat elke beperking aan migratie als een onuitsprekelijk kwaad beschouwt – wordt elke kritiek op het uitbuitende systeem van massamigratie feitelijk afgedaan als godslastering. Zelfs gevestigde linkse politici, zoals Bernie Sanders in de Verenigde Staten en Jeremy Corbyn in het Verenigd Koninkrijk, worden door critici beschuldigd van “nativisme” als ze de legitimiteit van grenzen of migratiebeperkingen op enig moment erkennen. Dit open grenzen-radicalisme komt uiteindelijk ten goede aan de elites in de machtigste landen ter wereld, ontkracht verder georganiseerde arbeid, berooft de ontwikkelingslanden van broodnodige professionals, en zet werknemers tegen elkaar op.

Maar links hoeft mijn woord niet te geloven. Vraag het maar aan Karl Marx, wiens positie ten aanzien van immigratie hem vandaag een verbanning zou opleveren vanwege modern links. Hoewel migratie met de snelheid en schaal van vandaag ondenkbaar zou zijn geweest in de tijd van Marx, uitte hij een zeer kritische kijk op de effecten van de migratie die plaatsvond in de negentiende eeuw. In een brief aan twee van zijn Amerikaanse medereizigers beweerde Marx dat de import van laagbetaalde Ierse immigranten naar Engeland hen dwong tot vijandige concurrentie met Engelse arbeiders. Hij zag het als onderdeel van een uitbuitingssysteem, dat de arbeidersklasse verdeelde en dat een uitbreiding van het koloniale systeem vertegenwoordigde. Hij schreef:

Vanwege de voortdurend toenemende concentratie van erfpacht, stuurt Ierland voortdurend haar eigen overschot naar de Engelse arbeidsmarkt, waardoor de lonen worden verlaagd en de materiële en morele positie van de Engelse arbeidersklasse wordt verlaagd.

En het allerbelangrijkste! Elk industrieel en commercieel centrum in Engeland bezit nu een arbeidersklasse verdeeld in twee vijandige kampen, Engelse proletariërs en Ierse proletariërs. De gewone Engelse arbeider haat de Ierse arbeider als een concurrent die zijn levensstandaard verlaagt. Met betrekking tot de Ierse arbeider beschouwt hij zichzelf als een lid van de heersende natie en bijgevolg wordt hij een hulpmiddel van de Engelse aristocraten en kapitalisten tegen Ierland, waardoor hun dominantie over zichzelf wordt versterkt. Hij koestert religieuze, sociale en nationale vooroordelen tegen de Ierse arbeider. Zijn houding tegenover hem is vrijwel dezelfde als die van de “arme blanken” ten opzichte van de negers in de voormalige slavenstaten van de VS. De Ier betaalt hem terug met rente in zijn eigen geld. Hij ziet in de Engelse arbeider zowel de handlanger als het stomme hulpmiddel van de Engelse heersers in Ierland.

Dit antagonisme wordt kunstmatig levend gehouden en geïntensiveerd door de pers, de preekstoel, de stripbladen, kortom, met alle middelen die de heersende klassen ter beschikking staan. Deze tegenstelling is het geheim van de impotentie van de Engelse arbeidersklasse, ondanks haar organisatie. Het is het geheim waarmee de kapitalistische klasse haar macht behoudt. En die laatste is zich hiervan terdege bewust.6

Marx ging nog verder door te stellen dat de prioriteit voor arbeidsorganisatie in Engeland was om “[…] de Engelse arbeiders te laten beseffen dat voor hen de nationale emancipatie van Ierland geen kwestie is van abstracte gerechtigheid of humanitair sentiment, maar de eerste voorwaarde voor hun eigen sociale emancipatie“. Hier wees Marx de weg naar een benadering die vandaag nauwelijks wordt gevonden. De invoer van laagbetaalde arbeid is een middel van onderdrukking dat werknemers verdeelt en de machthebbers ten goede komt. De juiste reactie is daarom niet abstract moralisme over het verwelkomen van alle migranten als een ingebeelde daad van liefdadigheid, maar eerder het aanpakken van de diepere oorzaken van migratie in de relatie tussen grote en krachtige economieën en de kleinere of ontwikkelende economieën waaruit mensen migreren.

De menselijke kosten van globalisering

Voorstanders van open grenzen zien vaak de kosten van massamigratie voor ontwikkelingslanden over het hoofd. Globalisering creëert inderdaad vaak een vicieuze cirkel: een geliberaliseerd handelsbeleid vernietigt de economie van een regio, wat op zijn beurt leidt tot massale emigratie uit dat gebied, waardoor het potentieel van het land van herkomst verder wordt uitgehold en de lonen voor de laagst betaalde werknemers in het land van bestemming worden gedrukt. Een van de belangrijkste oorzaken van de arbeidsmigratie vanuit Mexico naar de Verenigde Staten is de economische en sociale verwoesting veroorzaakt door de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA). NAFTA dwong Mexicaanse boeren om te concurreren met de Amerikaanse landbouw, met desastreuze gevolgen voor Mexico. De Mexicaanse import verdubbelde en Mexico verloor duizenden varkenshouderijen en maïstelers aan de Amerikaanse concurrentie. Toen de koffieprijzen onder de productiekosten daalden, verbood de NAFTA staatsinterventie om de telers overeind te houden. Bovendien mochten Amerikaanse bedrijven infrastructuur kopen in Mexico, waaronder bijvoorbeeld de belangrijkste noord-zuidspoorlijn van het land. De spoorweg stopte vervolgens met de passagiersdienst, wat resulteerde in de decimering van het spoorwegpersoneel nadat een wilde staking was verpletterd. Tegen 2002 was het Mexicaanse loon met 22 procent gedaald, hoewel de productiviteit van de werknemers met 45 procent was gestegen.7 In regio’s zoals Oaxaca verwoestte emigratie de lokale economieën en gemeenschappen, terwijl mannen emigreerden om te werken in de Amerikaanse slachthuizen of als landarbeiders, en daarbij vrouwen, kinderen en ouderen achterlieten.

En hoe zit het met de aanzienlijke geschoolde en administratieve arbeidsmigranten? Ondanks de retoriek over “shithole-landen” of landen “die niet hun best doen”, is de tol van de hersenmigratie op ontwikkelingslanden enorm geweest. Volgens de cijfers van het Census Bureau voor 2017 heeft ongeveer 45 procent van de migranten die sinds 2010 in de Verenigde Staten zijn aangekomen een universitaire opleiding genoten.8 Ontwikkelingslanden worstelen met het behouden van hun geschoolde en professionele burgers, vaak opgeleid tegen hoge openbare kosten, omdat de grootste en de rijkste economieën die de wereldmarkt domineren, de rijkdom hebben om hen te veroveren. Tegenwoordig geldt Mexico ook als een van ’s werelds grootste exporteurs van hoogopgeleide professionals, en de economie lijdt bijgevolg onder een aanhoudend “gekwalificeerd werkgelegenheidstekort”. Dit ontwikkelingsrecht is zeker niet beperkt tot Mexico. Volgens het tijdschrift Foreign Policyzijn er tegenwoordig meer Ethiopische artsen in Chicago dan in heel Ethiopië, een land van 80 miljoen inwoners”.9 Het is niet moeilijk te begrijpen waarom de politieke en economische elites van de rijkste landen ter wereld “hun best doen”, ongeacht de gevolgen voor de rest van de wereld. Maar waarom biedt de moraliserende, pro-open grenzen linkerzijde een humanitair gezicht voor dit pure eigenbelang?

Volgens de beste analyse van de kapitaalstromen en de wereldwijde rijkdom van vandaag, verrijkt globalisering de rijkste mensen in de rijkste landen ten koste van de armsten, niet andersom. Sommigen noemen het “hulp in omgekeerde richting”. Miljarden aan rentebetalingen gaan van Afrika naar de grote banken in Londen en New York. Enorme particuliere rijkdom wordt elk jaar in extractieve grondstoffenindustrieën en door arbeidsarbitrage gegenereerd en teruggestuurd naar de rijke landen waar de multinationale ondernemingen zijn gevestigd. Triljoenen dollars in kapitaalvlucht komen voor omdat internationale bedrijven profiteren van belastingparadijzen en geheimhoudingsgebieden, mogelijk gemaakt door de liberalisering van de “handelsinefficiënte” factureringsregels en ander beleid van de Wereldhandelsorganisatie.10

Wereldwijde ongelijkheid in rijkdom is de belangrijkste drijfveer voor massamigratie en de globalisering van kapitaal kan hiervan niet worden gescheiden. Er is ook de aantrekkingsfactor van uitbuitende werkgevers in de Verenigde Staten die willen profiteren van niet-geüniformeerde, laagbetaalde werknemers in sectoren zoals de landbouw en door de invoer van een groot aantal bedienden die al in andere landen zijn opgeleid. Het nettoresultaat is een geschatte bevolking van elf miljoen mensen die illegaal in de Verenigde Staten wonen.

Zakelijke belangen en morele chantage

Open grenzen hebben geen openbaar mandaat, maar een immigratiebeleid dat de handhavingsdruk legt op werkgevers in plaats van op migranten, biedt overweldigende steun. Volgens een onderzoek van de Washington Post en ABC News is de steun voor het verplicht stellen van het gebruik van het federale werkgelegenheidsverificatiesysteem (E-Verify), dat zou voorkomen dat werkgevers illegale arbeid uitbuiten, bijna 80 procent, meer dan het dubbele van de steun voor het bouwen van een muur langs de Mexicaanse grens.11 Dus waarom draaien presidentiële campagnes rond het bouwen van een enorme grensmuur? Waarom draaien de huidige migratiedebatten om controversiële ICE-tactieken om zich op migranten te richten – vooral wanneer de meer humane en populaire methode om werkgevers in de eerste plaats te belasten met het aannemen van legale arbeid het meest effectief is?12 Het antwoord is, kort gezegd, dat zakelijke lobby’s al tientallen jaren de inspanningen zoals E-Verify blokkeren en saboteren, terwijl links met het opengrenzendiscours elke serieuze discussie over deze kwesties heeft verlaten.

Onlangs blokkeerden onder meer de Western Growers Association en de California Farm Bureau Federation een wetsvoorstel dat E-Verify verplicht zou hebben gesteld, ondanks verschillende concessies voor bedrijven.13 Democraten leken totaal afwezig te zijn in dit debat. Dientengevolge zullen werknemers uit economieën die zijn verwoest door de Amerikaanse landbouw blijven worden uitgenodigd met de belofte van werk om goedkoop en illegaal te worden uitgebuit. Bij gebrek aan volledige wettelijke rechten zullen deze niet-staatsburgers onmogelijk te verenigen zijn en zullen ze voortdurend bang zijn gearresteerd en gecriminaliseerd te worden.

Het is nu een gemeenschappelijke slogan geworden onder voorstanders van open grenzen – en veel reguliere commentatoren – dat “er geen migrantencrisis is.” Maar of ze het nu leuk vinden of niet, radicaal transformatieve niveaus van massamigratie zijn niet populair in elk deel van de samenleving en overal in de wereld. En de mensen onder wie het niet populair is, de burgers, hebben het recht om te stemmen. Migratie vormt dus in toenemende mate een crisis die fundamenteel is voor de democratie. Elke politieke partij die wil regeren, moet ofwel de wil van het volk accepteren, of het zal het meningsverschil moeten onderdrukken om de opengrenzenagenda op te leggen. Velen aan de libertaire linkerkant behoren tot de meest agressieve voorstanders van deze laatste. En voor wat? Morele dekking bieden voor uitbuiting? Om ervoor te zorgen dat linkse partijen die één van deze kwesties op een dieper internationaal niveau zouden kunnen aanpakken, van de macht verstoken blijven?

De immigratie-uitbreiders hebben twee belangrijke wapens. Eén daarvan is de bedrijfswereld en de financiële belangen die allemaal aan hun zijde werken, maar een even krachtig wapen – deskundiger gehanteerd door de links leunende pro-immigratiemensen – is morele chantage en publieke schaamte. Mensen hebben gelijk als ze de mishandeling van migranten als moreel verkeerd beschouwen. Veel mensen maken zich zorgen over de groei van racisme en ongevoeligheid voor minderheden die vaak gepaard gaat met anti-immigratiesentiment. Maar de opengrenzenpositie voldoet zelf niet aan haar eigen beleden morele code.

Er zijn veel economische voor- en nadelen aan hoge immigratie, maar het is waarschijnlijker dat ze een negatieve invloed hebben op laaggeschoolde en laagbetaalde autochtone werknemers, terwijl ze profiteren van rijkere autochtone werknemers en het bedrijfsleven. Zoals George J. Borjas heeft betoogd, functioneert het als een soort opwaartse herverdeling van rijkdom.14 Een studie van de National Academy of Sciences uit 2017 met de titel “De economische en fiscale gevolgen van immigratie” concludeerde dat het huidige immigratiebeleid heeft geleid tot onevenredig negatieve effecten op arme en tot minderheden behorende Amerikanen, een bevinding die niet als een verrassing zou zijn gekomen voor figuren als Marcus Garvey of Frederick Douglass. Ongetwijfeld zouden ook zij volgens de huidige normen, hiervoor waarschuwend, als “anti-immigrant” moeten worden beschouwd.

In een openbare toespraak over immigratie zei Hillary Clinton: “Ik geloof dat wanneer we miljoenen hardwerkende immigranten hebben die bijdragen aan onze economie, het zelfvernietigend en inhumaan zou zijn om te proberen ze eruit te schoppen“.15 In een gelekte privérede afgeleverd aan Latijns-Amerikaanse bankiers, ging ze verder: “Mijn droom is een hemisferische gemeenschappelijke markt, met open handel en open grenzen, ergens in de toekomst met energie die zo groen en duurzaam is als we kunnen krijgen“.16 Hoewel ze later beweerde dat ze alleen maar grenzen bedoelde die openstaan ​​voor energie. Deze uitspraken maakten de anti-immigratie aanhang in het Trump-kamp natuurlijk helemaal gek. Misschien nog onthullender is echter de convergentie tussen de opengrenzenlinkerzijde en het “fatsoenlijke” rechts dat zich pro-zakenwereld opstelt, zoals Clintons opmerkingen belichaamden. In een recent artikel in de National Review als reactie op het “nationalisme van Trump”, schreef Jay Cost: “Om het bot te zeggen, we hoeven elkaar niet aardig te vinden, zolang we maar geld aan elkaar blijven verdienen. Dat is wat ons bij elkaar zal houden”. In dit monsterlijke sub-Thatcherisme klinken de Buckleyieten precies zoals de liberale kosmopolieten – maar dan zonder de glamour of flair voor moreel zelfbedrog.

Als kind van migranten en iemand die het grootste deel van mijn leven in een land met een aanhoudend hoog niveau van emigratie heeft doorgebracht – Ierland – heb ik de migratievraag altijd anders bekeken dan mijn goedbedoelende vrienden aan de linkerkant in grote, werelddominerende economieën. Toen bezuinigingen en werkloosheid Ierland troffen – nadat miljarden aan overheidsgeld in 2008 werden gebruikt om de financiële sector te redden – zag ik mijn hele peer group vertrekken en nooit meer terugkeren. Dit is niet alleen een technische kwestie. Het raakt het hart en de ziel van een natie, net als een oorlog. Het betekent de constante bloeding van idealistische en energieke jonge generaties, die normaal een samenleving verjongen en opnieuw verbeelden. In Ierland zijn er, net als in elk land met een hoge emigratie, altijd anti-emigratiecampagnes en bewegingen geweest, geleid door links, die volledige werkgelegenheid eisten in tijden van recessie. Maar ze zijn zelden sterk genoeg om aan de krachten van de wereldmarkt te weerstaan. Ondertussen zijn de schuldige en nerveuze elites in functie tijdens een periode van volkswoede maar al te blij om een ​​potentieel radicale generatie zich over de hele wereld te zien verspreiden.

Ik ben altijd verbaasd over de arrogantie en de vreemde imperialistische mentaliteit van Britse en Amerikaanse pro-opengrenzen progressieven die geloven dat ze een daad van verlichte liefdadigheid verrichten wanneer ze hoogopgeleiden uit Oost-Europa of Midden-Amerika “verwelkomen”, hen rondleiden en eten serveren. In de rijkste landen lijkt opengrensbeïnvloeding te fungeren als een fanatieke cultus onder ware gelovigen – een product van big business en vrije marktlobby wordt gedragen door een grotere groep van de stedelijke creatieve, tech-, media- en kenniseconomieklasse, die hun eigen objectieve klassenbelangen dienen door hun vluchtige levensstijl goedkoop te houden en hun carrière intact te houden terwijl ze de institutionele ideologie van hun bedrijfswereld in de weg staan. De waarheid is dat massamigratie een tragedie is en dat moralisatie in de hogere middenklasse een farce is. Misschien kunnen de ultrarijken zich veroorloven om te leven in de grenzeloze wereld waar ze agressief voor pleiten, maar de meeste mensen hebben – en willen – een coherent, soeverein politiek lichaam om hun rechten als burgers te verdedigen.

Immigranten verdedigen, zich verzetten tegen systemische uitbuiting

Als open grenzen “een voorstel van de broers Koch” zijn, hoe zou een authentieke linkse positie over immigratie dan eruitzien? In dit geval moet links, in plaats van Milton Friedman te kanaliseren, zijn eigen lange tradities laten bepalen. Progressieven moeten zich richten op het aanpakken van de systemische uitbuiting aan de basis van massamigratie in plaats van zich terug te trekken in een oppervlakkig moralisme dat deze uitbuitende krachten legitimeert. Dit betekent niet dat linksen onrechtvaardigheden tegen immigranten moeten negeren. Ze moeten migranten krachtig verdedigen tegen onmenselijke behandeling. Tegelijkertijd moet elke oprechte linksdenkende een harde lijn innemen tegen de zakelijke, financiële en andere actoren die de wanhopige omstandigheden creëren die ten grondslag liggen aan massamigratie (die op zijn beurt de populistische reactie daartegen veroorzaakt). Alleen een sterk nationaal links in de kleine en ontwikkelingslanden – in samenspraak met een links dat zich inzet voor het beëindigen van de financiële en wereldwijde arbeidsuitbuiting in de grotere economieën – kan enige hoop hebben om deze problemen aan te pakken.

Om te beginnen moet links stoppen met het citeren van de nieuwste propaganda van het Cato Institute om de effecten van immigratie op nationale arbeid te negeren, vooral de werkende armen die waarschijnlijk onevenredig zullen lijden onder uitbreiding van de arbeidspool. Het immigratiebeleid moet zo worden ontworpen dat de onderhandelingsmacht van werknemers niet in gevaar wordt gebracht. Dit geldt met name in tijden van loonstagnatie, zwakke vakbonden en enorme ongelijkheid.

Met betrekking tot illegale immigratie moet links de inspanningen ondersteunen om E-Verify verplicht te stellen en te streven naar zware straffen voor werkgevers die zich niet aan de regels houden. Werkgevers, niet immigranten, moeten de primaire focus vormen van handhavingsinspanningen. Deze werkgevers maken gebruik van immigranten die geen gewone wettelijke bescherming hebben om een ​​race naar de bodem in lonen te bestendigen, terwijl ze ook de loonheffingen en andere voordelen ontlopen. Dergelijke prikkels moeten worden weggenomen als werknemers eerlijk moeten worden behandeld.

Trump had zijn beruchte klaagzang over mensen die uit “shithole-landen”van de Derde Wereld kwamen en stelde Noren voor als een voorbeeld van ideale immigranten. Maar Noren kwamen ooit in grote getale naar Amerika – toen ze wanhopig en arm waren. Nu ze een welvarende en relatief egalitaire sociale democratie hebben, gebouwd op publiek eigendom van natuurlijke hulpbronnen, willen ze dat niet langer.17 Uiteindelijk zal de motivatie voor massale migratie blijven bestaan ​​zolang de onderliggende structurele problemen blijven bestaan.

Het verminderen van de spanningen van massamigratie vereist dus het verbeteren van de vooruitzichten van de armen in de wereld. Massale migratie zelf zal dit niet bereiken: het creëert een race naar de bodem voor werknemers in rijke landen en een braindrain in arme landen. De enige echte oplossing is om de onevenwichtigheden in de wereldeconomie te corrigeren en een systeem van globalisering radicaal te herstructureren dat was ontworpen om de rijken ten koste van de armen te bevoordelen. Dit omvat om te beginnen structurele veranderingen in het handelsbeleid die noodzakelijke, door de staat geleide ontwikkeling in opkomende economieën voorkomen. Handelsakkoorden zoals NAFTA, die tegen de arbeidersklasse gericht zijn, moeten ook worden tegengewerkt. Het is evenzeer noodzakelijk om een financieel systeem aan te pakken dat kapitaal wegvoert van de ontwikkelingslanden en naar ongelijkheid verhogende activa-bubbels in rijke landen brengt. Hoewel het roekeloze buitenlandse beleid van de regering George W. Bush in diskrediet is gebracht, lijkt de verleiding om militaire kruistochten voort te zetten nog voort te leven. Dit moet worden tegengewerkt. Door de VS geleide buitenlandse invasies hebben miljoenen gedood in het Midden-Oosten, miljoenen vluchtelingen en migranten gecreëerd en de fundamentele infrastructuur verwoest.

Marx’ argument dat de Engelse arbeidersklasse de Ierse natie als een potentieel compliment voor hun strijd moet zien, in plaats van als een bedreiging voor hun identiteit, zou vandaag moeten resoneren, aangezien we getuige zijn van de opkomst van verschillende identiteitsbewegingen over de hele wereld. De troostende waan dat immigranten hier komen omdat ze van Amerika houden, is ongelooflijk naïef – net zo naïef als suggererend dat de negentiende-eeuwse Ierse immigranten die Marx beschreef van Engeland hielden. De meeste migranten emigreren uit economische noodzaak, en de overgrote meerderheid heeft liever betere kansen thuis, onder hun eigen familie en vrienden. Maar dergelijke kansen zijn onmogelijk binnen de huidige vorm van globalisering.

Net als de situatie die Marx in zijn tijd in Engeland beschreef, verzamelen politici zoals Trump hun basis door anti-immigratiesentiment aan te wakkeren, maar zelden of nooit pakken ze de structurele uitbuiting aan – zowel thuis als in het buitenland – terwijl dat de hoofdoorzaak van massamigratie is. Vaak maken ze deze problemen erger, vergroten ze de macht van werkgevers en kapitaal tegen arbeid, terwijl ze de woede van hun aanhangers – vaak de slachtoffers van deze machtigen – tegen andere slachtoffers, namelijk immigranten keren. Maar ondanks alle uitlatingen van Trump tegen immigratie, heeft zijn administratie vrijwel niets gedaan om de implementatie van E-Verify uit te breiden, in plaats daarvan wordt liever opgeschept over een grensmuur die zich nooit lijkt te realiseren.18 Terwijl families gescheiden zijn aan de grens, heeft de administratie een oogje dichtgeknepen voor werkgevers die immigranten als pionnen gebruiken in een spel van arbeidsarbitrage.

Ondertussen kunnen leden van de open-grenzenlinkerzijde proberen zichzelf ervan te overtuigen dat ze een radicale positie innemen. Maar in de praktijk vervangen ze gewoon het nastreven van economische gelijkheid door de politiek van grote bedrijven, vermomd als een deugdzaam progressief identitarisme. Amerika, nog steeds één van de rijkste landen ter wereld, moet in staat zijn om niet alleen volledige werkgelegenheid te bieden, maar ook een leefbaar loon voor al zijn mensen, inclusief in banen waarvan open-grenzenaanhangers zeggen dat Amerikanen ze niet willen doen. Werkgevers die migranten voor illegale goedkope arbeid inzetten – met een groot risico voor de migranten zelf – moeten de schuld krijgen, niet de migranten die gewoon doen wat mensen altijd hebben gedaan wanneer ze geconfronteerd worden met economische tegenspoed. Door onopzettelijk dekking te bieden voor de zakelijke belangen van de heersende elite, riskeert links een significante existentiële crisis, omdat meer en meer gewone mensen overlopen naar extreemrechtse partijen. Op dit moment van crisis is de inzet te hoog om het verkeerd te blijven doen.

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk in American Affairs Volume II, nummer 4 (winter 2018), blz. 17–30)

Noten:

  1. KLEIN, Ezra, “Bernie Sanders: The Vox Conversation”. In: Vox, 28 juli 2015.
  2. MIRON, Jeffrey, “Forget the Wall Already, It’s Time for the U.S. to Have Open Borders”. In: USA Today, 31 juli 2018.
  3. BOWMAN, Sam, “Immigration Restrictions Make Us Poorer”. In: Adam Smith Institute, 13 april 2011.
  4. NORQUIST, Grover G., “Samuel Gompers versus Reagan”. In: American Spectator, 25 september 2013.
  5. SUNKARA, Bhaskar, “What’s Your Solution to Fighting Sexism and Racism? Mine Is: Unions”. In: The Guardian, 1 september 2018.
  6. WILSON, David L., “Marx on Immigration”. In: Monthly Review, 1 februari 2017.
  7. BACON, David, “Globalization and NAFTA Caused Migration from Mexico”. In: People’s World, 15 oktober 2014.
  8. LÓPEZ, Gustavo, BIALIK, Kristen en RADFORD, Jynnah, “Key Findings about U.S. Immigrants”. In: Pew Research Center, 14 september 2018.
  9. TULENKO, Kate, “Countries without Doctors?”. In: Foreign Policy, 11 juni 2010.
  10. HICKEL, Jason, “Aid in Reverse: How Poor Countries Develop Rich Countries”. In The Guardian, Jan. 14, 14 januari 2017.
  11. “Immigration, DACA, Congress, and Compromise,”. In: Washington Post, 20 oktober 2017.
  12. ORRENIUS, Pia M. en ZAVODNY, Madeline, “Do State Work Eligibility Verification Laws Reduce Unauthorized Immigration?”. In: IZA Journal of Migration 5, nummer 5, december 2016.
  13. WHEAT, Dan, “AG Groups Split over Latest House Labor Bill”. In: Capital Press, 17 juli 2018.
  14. BORJAS, George, “Yes, Immigration Hurts American Workers”. In: Politico, September-oktober 2016.
  15. BORJAS, ibidem.
  16. MATTHEWS, Chris, “What’s Important about the Clinton Campaign’s Leaked Emails on Free Trade”. In: Fortune, 11 oktober 2016.
  17. CALAMUR, Krishnadev, “Why Norwegians Aren’t Moving to the U.S.”. In: Atlantic, 12 januari 2018.
  18. JAN, Tracy, “Trump Isn’t Pushing Hard for This One Popular Way to Curb Illegal Immigration”. In: Washington Post, 22 mei 2018.