Socialisme in de kleuren der volkeren: Catalaanse onafhankelijkheid



1. Een schets van de hedendaagse Catalaanse kwestie

Met de veroordeling van 9 Catalaanse politieke leiders tot in totaal samen meer dan 100 jaar gevangenis, is de Catalaanse kwestie in een nieuwe fase beland. Het politieke doel van de Spaanse elite is juist om op een voorbeeldige manier de politieke en regeringsleiders van het Catalaanse zelfbeschikkingsreferendum te straffen, zodat niemand anders nog een politieke weg durft te proberen die de territoriale eenheid van de Spaanse staat en bijhorende kapitaalsbelangen in vraag durft te stellen. Ook om op welke manier dan ook een volksmacht op straat te voorkomen die een bedreiging inhoudt voor de politieke, gerechtelijke en economische macht van deze elite, en die de territoriale eenheid van deze Spaanse staat en bijhorende voorrechten garandeert.

De veronderstelde misdaden die werden aangerekend zijn “rebellie, opruiing, verduistering van openbare middelen en ongehoorzaamheid gepleegd door een persoon met autoriteit”. De Catalaanse regering werd in de nasleep van het referendum in het najaar van 2017 afgezet door Madrid, de Catalaanse gedeeltelijke autonomie werd opgeschort. Ondertussen gaan de Spaanse ordediensten hun gangetje, waarbij gewelddadig wordt opgetreden tegen (zeer vaak vreedzame) betogers. Finaal zal dit een Pyrrusoverwinning voor Madrid zijn, er zijn bruggen opgeblazen (voorlopig nog spreekwoordelijk) die herstel richting een Spaanse eenheidsstaat zonder meer zelfstandigheid voor Catalonië onmogelijk hebben gemaakt. Het blijft voorlopig onduidelijk of zich op de langere termijn een guerrilla vormt, zoals in Baskenland, maar een aantal elementen wijzen wel in die richting. In het verleden kende Catalonië al de Terra Lliure-beweging, een socialistische en nationalistische guerrillagroepering die zich in 1991 ontbond. Verdere provocatie, tranen of zelfs een bloedbad onder de aanhangers van de onafhankelijkheid zouden deze optie zeer snel kunnen heropenen.

Lange tijd was de illusie gevoed dat de EU de onafhankelijkheid van Catalonië zou accepteren, maar ze heeft duidelijk voor Madrid gekozen, en zo mogelijk nog meer voor de bankiers en ondernemers. In november 2017 werden 200 Catalaanse burgemeesters niet ontvangen door de EU hoewel gevraagd, een delegatie Catalaanse ondernemers die de eenheid met Sp​anje kwam bepleiten daarentegen, werd met open armen ontvangen. Brigitte Verkinderen, hoofd van de Kamer van Koophandel bevestigde de angst binnen de bedrijfs- en bankwereld voor afscheiding van Catalonië. De neokoloniale EU is net als de NAVO, de militaire tak van het Westers imperialisme, verstokt voorstander van het status quo: geen staatkundige veranderingen in West-Europa maar behoud van de aan soevereiniteit inboetende natiestaten, geen socialistische “experimenten” in de economie maar wel neoliberale besparingsijver. De EU en de NAVO oefenen al lang “contra-opstandigheid” in de EU uit. Op straat in Catalonië is er een steeds luider klinkende oproep onder de demonstranten te horen: “dan zonder de EU”. Zodat de Catalanen lijken te radicaliseren in termen van EU-kritiek, terwijl de Spaanse regering evenals Spaansgezind extreemrechts én de EU aan één zeel trekken. Tussen de nationaal-politieke, economische en Europees-politieke elites is dan ook bijzonder weinig verschil. Er is een natuurlijke samenvloeiing, de Duitse federale regering moe(s)t bijvoorbeeld vrezen dat de zakelijke belangen zouden worden geschaad, aangezien het grootkapitaal uit de Bondsrepubliek zwaar in Catalonië investeerde.

Spanje zelf bevindt zich in een wurggreep, waarin de Duitse federale overheid een aanzienlijk aandeel heeft. Angela Merkel heeft Spanje weinig ademruimte verlaten. De jeugdwerkloosheid is meer dan 40 procent in Spanje. Naast Griekenland is Spanje misschien wel de grootste crisisstaat in de EU, nog vóór Italië. In Spanje kan men de disfunctionaliteit van het kapitalisme als voorbeeld onderzoeken, vermengd met een aanval op de Spaanse nationale staat door het bezuinigingsregime en de gedwongen EU-interventies in het Spaanse nationale beleid. Het is dus niet verwonderlijk dat er in Spanje een complottheorie is die luidt: achter het referendum in Catalonië zou de Duitse regering gezeten hebben.

Er deden en doen nog wel meer complottheorieën de ronde, niet in het minst waar de onvermijdelijke George Soros aan te pas komt. Bewijs wordt uiteraard nooit geleverd dat hij het Catalaanse separatisme zou steunen, logisch ook gezien de interesse van Soros in Spaanse vastgoedfondsen enerzijds en in het faciliteren van een open grenzen-politiek anderzijds. Voor dat laatste verschaft hij via zijn Open Society Foundation steun aan zowel Catalaanse als aan Spaanse organisaties die massa-immigratie bepleiten alsook de politieke krachten die dit onderschrijven. Eind juni 2018 had Soros hiervoor nog een meeting met de Spaanse premier Sanchez. Aangezien Spanje zelf een betrekkelijk open grenzen beleid voert, hebben Soros en co geen belang bij een “balkanisering” van Spanje zoals de –vaak extreemrechtse- complotdenkers het noemen. Integendeel, nieuwe staten hebben de neiging hun nieuwe nationale grenzen te gaan benadrukken en net dat past niet in het kapitalistische “open borders”-kraam.  Voor wie het interesseert, raden we aan eens de relaties tussen de Spaanse partijen Podemos (pseudo-links, cultureel liberaal), Ciudadanos (vrije markt-liberalen) en de Open Society Foundation te bekijken…  Beide partijen spraken zich uitdrukkelijk uit tegen een Catalaanse staat, Podemos bekende zich tot een Spaans federalisme.

In het Catalaanse nationalisme is er een linkse of links-patriottische vleugel naast een sterkere centrumrechtse, liberale stroming waartoe onder andere Carles Puigdemont en de huidige Catalaanse minister-president Quim Torra behoren. De vriendschappelijke relaties met de N-VA in Vlaanderen zijn dan ook niet gebaseerd op radicaal-linkse sympathieën maar des te meer op liberale kleinburgerlijkheid. Dit Catalaanse nationalisme is natuurlijk historisch sterk antifascistisch gevormd, maar is niet zoals bijvoorbeeld in Duitsland ook antinationaal. Het Catalaanse antifascisme is net als in Baskenland veeleer volksnationaal geïnspireerd, uit verzet tegen het Spaanse rechts-extremistische verleden. Catalaans nationalisme is bedoeld om alle Catalanen te omvatten, inclusief de Catalaanse gebieden in het zuiden van Frankrijk. Deze “groot-Catalaanse” lijn wordt echter niet gedeeld door de burgerlijke rechtse vleugel. Dit is vooral een zaak van links, in de eerste plaats de CUP (Candidatura de Unidad Popular). Deze stroming hangt een emancipatorisch nationalisme aan, vergelijkbaar met het linkse nationalisme in Baskenland of in noordelijk Ierland. Binnen het Catalaanse linkse nationalisme zijn er dus ook verschillende stromingen, variërend tussen meer klassiek marxistisch, reformistisch of anarchistisch.

Maar of links nu nationaal is of niet, dat maakt voor sommigen bij Vlaams extreemrechts en zeker bij de aanhang van Spaans extreemrechts met hun obligate Franco-nostalgie niets uit. Ze weten te melden dat ze niets moeten weten van “die linkse Catalanen, die nog meer islam in Europa gaan binnenhalen”. Het is het soort bedenkelijke figuren dat juicht wanneer de ordediensten van de gevestigde Spaanse EU-macht op vreedzaam rebellerende Catalaanse burgers kloppen. Voor een deel van extreemrechts draait het allemaal om de figuur van Franco en de onverwerkte afloop van de Tweede Wereldoorlog (fascisme versus communisme), die men anno 2019 op Catalonië wil projecteren. Men heeft geen besef van hoe achterhaald het anticommunisme dat haar hoogdagen in de Koude Oorlog kende, wel is. Het tegen elkaar opzetten van nationalisten en communisten is een strategie die de machthebbers (het grootkapitaal) en hun dominante ideologie (het liberalisme) in dit tijdperk van globalisering bijzonder goed uitkomt.

Men verwijst in pro-Spaanse kringen ook graag naar de Spaanse grondwet, volgens dewelke afscheidingspogingen illegaal zijn. Begrijpelijk ook, in veel staten vallen afscheidingen niet onder de grondwet, opstellers van grondwetten wensen nu eenmaal zo weinig mogelijk zwakke punten in de meest centrale wetgeving die een staat vorm geeft. Volgens dit “argument” had de afscheiding van de Baltische staten nooit mogen plaatsvinden. Zelfs ex-Joegoslavië zou nog steeds bestaan ​​- als het aan de grondwet lag. Wetten zijn menselijke creaties, en kunnen dus net zo goed weer afgeschaft of vanuit de bevolking als verouderd weggezet worden als ze ingevoerd of gecreëerd werden. Nationale bevrijdingsbewegingen worden logischerwijs onder andere gekenmerkt door het feit dat ze de constitutie van de onderdrukkingsstaat niet voor zichzelf accepteren.

De “anti-Spaanse wrok” is niet helemaal onlogisch als je een Catalaan was. Dit is net zo logisch als een anti-Turkse wrok van Koerden of een Italiaans-kritische houding van Zuid-Tiroolse patriotten. Er wordt de Catalanen verweten dat ze eerder solidair zijn met een Arabische of Afrikaanse vluchteling dan met een Spanjaard die in Catalonië woont. Maar nu zal een Catalaan zeggen dat men niet bezet is door Syrië, Irak of Senegal maar wel door het Spaanse gezag in Madrid. Niet zozeer de Catalaanse separatisten maar wel het Spaans – Europese (EU) migratiebeleid aan de zuidkust en in de twee enclaves Ceuta en Melilla op Afrikaanse bodem (restanten van Spaans kolonialisme), geënt op het kapitalistisch en imperialistisch economisch beleid, is het zwakke punt in de toestroom vanuit het Midden-Oosten en Afrika.

De verwachting dat het Catalaanse patriottisme solidariteit met heel Spanje zou moeten tonen, is vrij duister. Dit is te vergelijken met de verwachting dat Ierse republikeinen maar eens solidariteit met de Britten moeten betonen, of dat we als Vlamingen het structureel weg draineren van rijkdom via de Belgische constructie naar de USA, Frankrijk en Brusselse salons van de kapitaalselite niet in vraag mogen stellen. Solidariteit kan alleen bestaan ​​tussen de slachtoffers van imperialisme, tussen hen die elk op hun terrein een nationale bevrijdingsstrijd voeren tegen neokolonialisme en imperialistische bezetting. Dit kan evenwel niet onder tegengestelde belangen!

Hierop aansluitend is de mythe ontstaan dat Catalonië zich louter om economische redenen wil afsplitsen, om aan de solidariteit met armere Spaanse regio’s te ontsnappen. Het Catalaans inkomen per hoofd van de bevolking is net boven het Spaanse gemiddelde. Een Catalaan verdient gemiddeld 23.700 euro per jaar, een Spanjaard 23.500 euro, maar in Madrid is het gemiddelde bijvoorbeeld 24.700 euro. Dit alles verandert niets aan de stijgende dualiteit in zowel Spanje als Catalonië. Bijgevolg zullen puur economische motieven aan Catalaanse kant nauwelijks een rol spelen, bij de Catalaanse voorstanders van Spaanse eenheid daarentegen, komen de belangen van banken en bedrijven al zeer snel boven water. Spaanse (en ook Catalaanse!) captains of industry en bankiers gingen in Brussel meermaals de EU aanporren om niet toe te geven aan Catalaanse volksnationale eisen.

2. Het belang van de Catalaanse kwestie voor ons

Met de Zannekinbond spreken we onvoorwaardelijke steun uit aan de strijd voor Catalaanse onafhankelijkheid. Deze strijd kadert wat ons betreft binnen de volgende principes:

* Het doorbreken van het staatkundige status quo in West-Europa. Dit staatkundig status quo is vervlochten met de naoorlogse Atlantische en liberaal-kapitalistische orde, waarvan net als Spanje ook België en haar machtselite een onlosmakelijk deel vormen. Het vormt een cluster op diverse domeinen (politiek, economie, defensie,…) waarvan de samenstellende delen niet zomaar gescheiden kunnen worden. De Westersgezinde nationale staten zijn de belangrijkste hinderpaal in de vorming van een continentaal georiënteerd, sociaal Europa dat mits de nodige volkssoevereiniteit politiek eengemaakt wordt in een anti-Atlantische zin, wat ons betreft reikend van Dublin tot Vladivostok. Spanje is net als België een vertrouwde steunpilaar van het liberaal-kapitalistisch economisch model en van haar militaire tak, de NAVO. Spanje heeft sinds het bestuur van Franco en tot op de dag van vandaag als Europese natie op uitgebreide schaal militaire basissen ter beschikking gesteld van het Amerikaanse imperialisme. Het moge onderhand duidelijk zijn, dat ook uit de houding van de Europese Unie de wil tot het behoud van het status quo blijkt.

Dit status quo is een –in Vlaanderen sterk onderschatte- hindernis in de zoektocht naar de vestiging van een zelfstandige, soevereine Vlaamse staat. Nationale onafhankelijkheid heeft ook nood aan erkenning in het buitenland. In tegenstelling tot wat het burgerlijk-nationalistische kamp in Vlaanderen al te vaak denkt, is er geen enkele reden om aan te nemen dat West-Europese landen als Frankrijk, Spanje of Groot-Brittannië deze Vlaamse onafhankelijkheid als een gegeven zomaar zouden aanvaarden in de bestaande internationale rechtsorde, temeer zij zelf geconfronteerd worden met het in vraag stellen van hun staat en territorialiteit. Bovendien hebben hun politieke en economische elites gelijklopende en zelfs directe financiële belangen in het voortbestaan van België of het behoud van het staatkundig en economisch status quo.

* De principiële zaak dat de verdediging van de politieke rechten van het Catalaanse volk wordt begrepen als de uitoefening van het recht op zelfbeschikking en toegang tot onafhankelijkheid, participerende en directe democratie, de verdediging van eenheid en territorialiteit van de hele Catalaanse gebieden. Internationalisme, begrepen als een vorm van antikoloniale en broederlijke relaties tussen volkeren, voor het gemeenschappelijk beheer van algemene zaken en voor het overwinnen van internationale conflicten. Hierop aansluitend gaat het om de verdediging van de rechten van de volksklassen en van een Europese samenleving gebaseerd op herverdeling van rijkdom, bestrijding van werkloosheid en sociaaleconomische onzekerheid, de verdediging van openbare diensten, de instelling van mechanismen voor volkscontrole over en planning van de economie, het aan banden leggen van het financieel systeem gebaseerd op woeker.