Ami, go home!

Na de Eerste Wereldoorlog hebben de Verenigde Staten een prioritaire missie aangenomen: werk maken van een gecentraliseerde dominantie over de wereld. In Amerikaanse handen is deze zoektocht uitgemond in het vestigen van historisch voordien vrijwel ongekende onderwerpingsmechanismen, sommige autoritair en andere via heimelijke “soft power”. De VS profiteerden van samenvallende resultaten  en prestaties op verschillende wetenschappelijke, culturele, technologische, economische en militaire niveaus, en werden gesteund door een politiek-economische agenda die de wereld zonder meer als een open markt beschouwde, enkel gereguleerd door regels die de westersgezinde kapitalistische elites bepaalden.

Het gevaarlijkste aspect van westerse, en in het bijzonder van de Amerikaanse hegemonie is de overweging dat de wereld eigendom is van de supermacht en dat die macht het recht in zich heeft  om puur op basis van superioriteit, op meer dan één niveau te beslissen. Gecombineerd met de economische logica’s van het kapitalisme, hebben westerse expansionistische strategieën – en vooral die van de VS – een internationale dimensie gekregen, gekenmerkt door onbegrensde hebzucht.

Controle door de ruwe kapitalistische machten komt vooral tot uiting in monopolistische netwerken van multinationale ondernemingen en een verscheidenheid aan internationale en vooral financiële bedrijven die worden ondersteund door militaire superioriteit. Deze controle heeft geleid tot een verdere verdieping van conflicten en tegenstellingen, en in niet onbelangrijke mate zijn die conflicten identitair, cultureel en beschaving gerelateerd, naast uiteraard de strijd tussen rijkdom en armoede. Beide kunnen niet van elkaar gescheiden worden, de Amerikaanse culturele dominantie versterkt het kapitalisme en de neoliberale politiek. Het moedigt individualisme en materialisme aan en heeft een ondermijnende, negatieve invloed op gemeenschapsdenken. Naarmate de werkende klasse via de culturele amerikanisering vervreemdt van gemeenschapsdenken, is ze steeds minder vatbaar voor socialistische sociaaleconomische politiek waar men als zwakste partij in het kapitalisme net van collectieve gedachte en actie moet uitgaan.

Het brutale kapitalisme heeft de globalisering getransformeerd in een vehikel om verdeeldheid te verspreiden, onenigheid te zaaien, identiteiten te vernietigen en de meest gevaarlijke culturele, economische en maatschappelijke plunderingen uit te dragen. Globalisering bereikte zijn gevaarlijkste grenzen toen de stichters van de westerse hegemonie het transformeerden in een vorm van militaire globalisering. Het Midden-Oosten en Centraal-Azië waren het meest intens getuige van deze transformatie, gaande van Afghanistan tot Irak, tot Palestina en Libanon, nu is ook Oekraïne erbij gekomen. West-Europa daarentegen ondergaat sinds decennia de vernietigende kracht van soft power controle. De Amerikaanse visie op mens en maatschappij wordt er via de amusementsindustrie ingelepeld en strak onderhouden terwijl de Amerikaanse militairen er kritiekloos ter plaatse geduld worden en nationale legers volledig op Amerikaanse standaarden gericht worden.

“Culturele dominantie is een ondergewaardeerd facet van de Amerikaanse wereldmacht. Wat je ook mag denken van de esthetische waarden ervan, de Amerikaanse massacultuur oefent een magnetische aantrekkingskracht uit, vooral op de jeugd van de wereld. De aantrekkingskracht kan voortkomen uit de hedonistische kwaliteit van de levensstijl die wordt geprojecteerd, maar de wereldwijde aantrekkingskracht is onmiskenbaar. Amerikaanse televisieprogramma’s en films nemen ongeveer driekwart van de wereldmarkt voor hun rekening. Amerikaanse populaire muziek is even dominant, terwijl Amerikaanse rages, eetgewoonten en zelfs kleding wereldwijd steeds meer worden geïmiteerd. De taal van het internet is Engels en een overweldigend deel van het wereldwijde computergepraat komt ook uit Amerika, waardoor de inhoud van wereldwijde gesprekken wordt beïnvloed…”.

 Zbigniew Brzezinski, in:  The Grand Chessboard

Een flink deel van de Europese linkerzijde wil het bestaan van die Amerikaanse overheersing als een groot nationaal probleem in hun respectieve landen niet zien, en beseft bijgevolg ook niet de noodzaak van bevrijding daarvan. In het beste geval beperkt men zich tot een steriele puur sociaaleconomische klassenstrijd, in het slechtste geval aanvaardt men zelfs het economisch kapitalisme en kreeg progressieve strijd een hertaling in het propageren van liberale identity politics. Tot op de dag van vandaag heeft het Amerikaans imperialisme ons deel van Europa gebonden met allerlei politieke, economische, militaire, culturele en andere ketens. Zonder het verbreken van deze ketens is er geen socialistisch alternatief mogelijk! Zelfs de liberale, burgerlijke democratie die door dat soort links de hemel in wordt geprezen, is de facto enkel mogelijk in een uitgeholde, steriele vorm van afgekondigde rechten en vrijheden zonder de middelen voor een groeiend deel van de bevolking om ze ook uit te oefenen of te verwerven. Het Amerikaanse kapitaal is zo diep doorgedrongen in Europa en is zo nauw verbonden met het lokale kapitaal dat het niet meer te onderscheiden is waar het ene begint en het andere eindigt.

Deel van een pamflet, verdeeld in de jaren ’50 door de Franse Communistische Partij, de PCF, in het kader van verzet tegen de voorwaarden gekoppeld aan het Marshallplan.


Sinds de jaren ’80 wordt het Brits-Amerikaanse model via de politieke machthebbende elite opgedrongen als het enige “juiste”, waarbij alles draait om het bevorderen van het marktmechanisme. Het idee is dat de markt beter in staat is zaken te regelen dan overheidgestuurde organisaties waardoor de economie zoveel mogelijk “bevrijd moet worden van beperkingen door de overheid”, geheel volgens het vrije marktfundamentalisme van het neoliberalisme. Dit betekent deregulering, verlaging van belastingen en privatiseringen in zoveel mogelijk sectoren van de samenleving. Met dalende collectieve voorzieningen en slechtere kwaliteit van openbare dienstverlening als gevolg. Ook internationaal geldt een streven naar de onbeperkte bewegingsvrijheid van kapitaal, goederen en diensten. Het Amerikaanse model heeft zich na WO2 dus ook geënt op het proces van de Europese éénmaking waarbij continu gestreefd wordt naar het opheffen van handelsbarrières en het afschaffen van vaste prijzen.

Dit neoliberaal wanbeleid gaat uit van de foutieve ‘trickle down’-theorie waarbij gesteld wordt dat rijkdom- en welvaartstoename bij de kapitalistische elites doorsijpelt van boven naar beneden en uiteindelijk iedereen ten goede komt. Na meer dan vier decennia neoliberale politieke kolonisatie van Europa door het westen, is dit veelvuldig weerlegd. Niet alleen gaat winstmaximalisatie vaak ten koste van het welzijn van de werkende klasse, uiteindelijk blijkt dat vooral multinationals en een kleine toplaag profiteren van de winsten zonder dat deze doorvloeien naar de rest van de bevolking. Terwijl de winsten werden geprivatiseerd, zijn het vooral lasten en kosten die worden afgewenteld op de gemeenschap. Ook hebben veel protesten zich gericht tegen de zogenaamde Washington Consensus waarbij internationale organisaties onder controle van de Amerikanen en het Atlantisch gezinde westen, landen financieel dwingen tot het opgeven van hun soevereiniteit en het aannemen van het neoliberaal model. Europese politieke partijen en politici die een neoliberaal beleid voorstaan, moeten dan ook zondermeer beschouwd worden als deel van een gewillige koloniale administratie ten dienste van de westerse kolonisator. Het is bon ton geworden -vooral vanuit het rechtse, liberale pro-westerse kamp- om Europa per definitie als deel van het westen te beschouwen. Niemand kan of mag daar nog aan twijfelen als het ware. De realiteit is dat de Europese beschavingsgemeenschap na de twee wereldoorlogen een spanningsveld kende tussen enerzijds de ultraliberale westerse pool gedomineerd door de Britten en Amerikanen, en anderzijds de Frans-Duitse as (soms werd ook Rusland daar bijgerekend). Met de globalisering werd in de periode 1990-2020 het pleit beslecht in het voordeel van de westerse pool, met decennia van gewillige liberale regeringen in continentaal Europa als mede hoofdschuldigen.

Trickle down theorie: pure onzin


Met de uiteindelijke overwinning van het Amerikaanse liberalisme op zijn antiliberale tegenstanders tijdens de 20st eeuw, kwam de wereldhegemonie bij de door de VS geleide expansionistische ideologie van het Westen en materieel gesteund door de strategisch-militaire macht van de NAVO. Het vestigde haar project van wereldheerschappij: toenemende export van monopolies naar de onderontwikkelde landen met het doel te profiteren van goedkope arbeid en de winsten van de kapitalisten te maximaliseren, militaire interventies in strategische nationale staten; bevordering van gekleurde revoluties om lastige regeringen omver te werpen, instrumentalisering van terroristische groeperingen in het Midden-Oosten voor hetzelfde doel, unilaterale economische sancties en ten laatste maar niet in het minst ook controle over het media-culturele apparaat. Dit met het doel de moderne liberale democratie te promoten als het enige maatschappijmodel dat mogelijk en toepasbaar is op alle volkeren van de planeet, met inbegrip van een heimelijke criminalisering van degenen die zich verzetten tegen een dergelijk model.


Ondertussen zijn de Europese legers, waaronder ook het Belgisch leger, zo volledig geïntegreerd in de NAVO, waarin de Amerikanen domineren, dat ze in de praktijk niet echt meer bestaan als onafhankelijke nationale strijdkrachten maar wel de militaire stok achter de deur blijven ter bescherming van het staatkundig en sociaaleconomisch status quo. Er ontwikkelt zich een steeds grotere integratie op financieel en monetair gebied, op het gebied van technologie en cultuur naar Amerikaanse normen en conform de Amerikaanse belangen. Europa is verworden tot een gekoloniseerd gebied waartegen de oude nationale staten en hun machthebbende elites, verstrikt in het transatlantisme, geen vuist kunnen of willen maken. Met Zannekinbond benadrukken we de eenheid in strijd tegen het westers model. Het gaat niet op zich af te keren van neoliberaal economisch beleid als men de culturele amerikanisering blijft aanvaarden. Het gaat niet op socialistische politiek na te streven in Europa en ondertussen de Amerikaanse militaire dominantie en westerse geopolitieke unipolariteit te blijven verdedigen. Het gaat niet op om als volksnationalisten de oude Europese nationale staten aan te vallen en ondertussen het koloniale EU-project of de NAVO te omarmen, enz…. Het hedendaags laatkapitalisme, de culturele amerikanisering, het militair Atlantisme, het geopolitiek westers imperialisme,… vormen een onscheidbare eenheid die op alle vlakken afgewezen moet worden als een koloniale overheersing.  Ami, go home!