Vlaanderen, het kolonialisme en het ontwaken van een nieuwe wereldorde

Door Pieter Van Damme

Dat de Belgische schijndemocratie geen excuses voor het koloniaal verleden aanbiedt hoeft niet te verwonderen. Tegenstand bevindt zich in een aardig samengaan van monarchie (politieke druk), delen van grootkapitaal (gesteund door liberale politieke familie) en conservatief (uiterst-)rechts dat zich “Vlaamsgezind” noemt

In het laatste geval begint het zelfs een constante te worden, na bijvoorbeeld de eerdere pleidooien voor versterking van de Belgische defensie en ordediensten, de herinvoering van dienstplicht binnen NAVO-verband en het aanhoudend viseren van de “luie, profiterende Waal” waardoor het Belgisch establishment en haar structuren buiten schot blijven. Eens te meer bekent de Vlaams-nationale rechterzijde kleur waarbij de wil om het establishment onderuit te halen het moet afleggen tegen de manifeste onwil om uitwassen van het Belgisch imperialisme aan te klagen. Met de politieke druk die de monarchie uitoefende langs de liberale politieke familie raken we nochtans de kern van het belgicisme en de reden voor het voortbestaan van de Belgische staat: kapitalistische belangenbehartiging. Al even schrijnend als de Vlaams-nationale rechterzijde is in dit verband de houding van de ex-revolutionaire PVDA die het belgicistische “We Are One” (Engels uiteraard, bij gebrek aan eenheidstaal) riedeltje tot in den treure herhaalt om de Vlaamse en Waalse werkende klasse te bedotten met het denkbeeld dat zoiets als een socialistisch België mogelijk zou zijn. Een defaitistische houding, voortvloeiend uit de angst om de confrontatie met de politieke rechterzijde in Vlaanderen aan te gaan.

Niet woke, wel internationale solidariteit

Echter, of men nu Vlaams (Waals)-nationaal, socialistisch, nationaalrevolutionair,… denkt, er is geen reden om kant te kiezen van het Belgisch establishment! De Congolezen zijn in deze de bondgenoten van al wie de Belgische staatsconstructie en haar establishment liever ziet verdwijnen, punt. Een toegeving aan het liberale woke extremisme? Helemaal niet. Voor ons, Zannekinbond, moeten de excuses vanwege het Belgisch regime als middel, als breekijzer de aanzet vormen voor een escalatie naar fundamentele institutionele, politieke en zelfs economische verandering, naar burgerprotest en verzet, naar onder andere finaal de afschaffing van de Belgische monarchie. Niet de Vlaamse en Waalse werkende klasse dient zich te excuseren, wel de Belgische kapitalistische elite met aan het hoofd de monarchie van de Saksen-Coburgs. Het onderuit halen van de Belgische monarchie en haar zakelijke, financiële tentakels moet een hoofddoelstelling zijn voor wie fundamentele verandering wil, ongeacht vanuit welk ideologisch perspectief. Elke waakvlam heeft het potentieel uit te groeien tot een systeembrand en het is de plicht van elke revolutionair die naam waardig om gebruik te maken van elke kans die zich aanbiedt. Net zoals elke staking het potentieel kan hebben om vanonder de controle van de vakbondsbureaucratie te ontsnappen. Wat een politieke crisis kan veroorzaken, is goed voor wie grondige verandering wil. De progressieve woke-brigade daarentegen is niet geïnteresseerd in de fundamentele veranderingen die klassenstrijd en nationale ontvoogdingsstrijd teweeg kunnen brengen, de kloof tussen hen en de werkende klasse is te groot geworden. Als Westerse, uiterst liberale politieke kracht verdeelt het wokeïsme de werkende klasse door subidentiteiten te gaan benadrukken die de klassenstrijd doorkruisen. De uit de Angelsaksische wereld overgewaaide “social justice warriors” streven in meerderheid slechts naar inclusie binnen een kapitalistische omgeving.

De discussie omtrent de excuses aan de Democratische Republiek Congo dient zich aan op een langjarig ideaal momentum op internationaal vlak. We beleven een kantelmoment in de geschiedenis van Europa en onze planeet: het einde van de Westerse unipolaire wereldorde ten gunste van een opkomende multipolaire ordening waarin de BRICS landen een meer prominente rol zullen opnemen. België en haar establishment maken onlosmakelijk deel uit van het oude Westerse kamp, het kamp dat liever geen excuses voor de kolonisatie en het imperialisme wil als het een bedreiging vormt voor de eigen bankrekeningen of de machtsposities. Meteen is dit ook het politieke en economische kamp dat in West-Europa het staatkundig en sociaaleconomisch status quo wil behouden. Het liberale Westen streeft een door wokeïsme ingegeven excuuscultuur na in zoverre dit bijdraagt aan de vernietiging van potentiële anti-individualistische en antikapitalistische cultuurbarrières bij de Westerse werkende klasse die het moderne laatkapitalisme hinderen: tradities, gezins- en familiebanden, gemeenschapsbanden.

Het einde van Françafrique

Fundamenteel deel van het internationale breukmoment is het einde van het zogenaamde Françafrique. In de internationale betrekkingen is Françafrique de Franse invloedssfeer over voormalige Franse en Belgische koloniën in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het is een term die meteen ook de corrupte en clandestiene activiteiten van verschillende Frans-Afrikaanse politieke, economische en militaire netwerken en hun elites aanduidt, een synoniem voor het neokolonialisme van Frankrijk. We verwijzen hierbij bijvoorbeeld naar de moord op Thomas Sankara, voormalig president van Burkina Faso. België (haar monarchie en haar politieke en financieel-economische elites) heeft zich in de voorbije decennia ontpopt tot een trouwe luitenant van dit neokoloniale Françafrique. Met de groeiende invloed van zowel Rusland als China in Afrika, werd de Franse positie in een aantal voormalige koloniën fel verzwakt. Eén van de sleutelfiguren hierin is de Malinese president Assimi Goïta die in 2021 aan de macht kwam na een staatsgreep tegen president Keïta, een symboolfiguur van Afrikaans politiek knechtschap onder Frankrijk.

Samen met anderen symboliseert Goïta een nieuw nationaal én pan-Afrikaans bewustzijn bij Afrikanen. Er is een groeiend verzet tegen de neokoloniale macht en invloed van Frankrijk en andere voormalige kolonisatoren op politiek en economisch vlak alsook tegen de permanente aanwezigheid van Franse (en aanverwante waaronder Belgische) troepen. Dit militair neokolonialisme wordt (met steun en in samenspraak met de EU en/of andere NAVO-lidstaten) uit humanitaire en antiterroristische beweegredenen gerechtvaardigd maar de tastbare resultaten bleven voor de Afrikaanse bevolking achterwege, integendeel zelfs. Veiligheid ging er in talloze gebieden eerder op achteruit. Rusland en China nemen de plaats in op basis van bilaterale akkoorden die meteen ook een meer gelijkwaardige positie aan de Afrikaanse landen verschaffen. Ondanks de groeiende economische aanwezigheid van Rusland en vooral China in Afrika, respecteren beide de politieke en militaire onafhankelijkheid van hun Afrikaanse partners die ze enkel bijstand sturen op vraag en maat van de Afrikanen zelf. De leninistische definiëring van imperialisme gaat bijgevolg niet op voor Rusland en China, zoals dat wel het geval is voor Frankrijk, de USA en andere Westerse machten.

Westerse hulp als deel van het neokoloniaal probleem

Westerse hulp komt in feite neer op donatoren (de VS, de Europese landen, de Europese Unie en hun internationale instellingen) die aan Afrikaanse landen voorwaarden opleggen. Dit betekent dat ze enkel markttoegang krijgen als ze in hun nationale politiek liberale principes aanvaarden en toepassen. Concreet betekent dit instemmen met de privatisering van allerlei economische activiteiten, publieke dienstverlening, het openstellen aan buitenlands kapitaal enz. Deze voorwaarden maken de roof van de natuurlijke grondstoffen van het Afrikaanse continent verder mogelijk en faciliteren de activiteiten van Europese bedrijven in neokoloniale zin. Ooit maakten meer dan 1200 Belgische bedrijven winst uit de (neo)koloniale aanwezigheid in Congo. België haalt nog steeds voordeel uit de grondstoffenexploratie die veel Congolezen in dienst heeft die tegen zeer lage lonen en onder erbarmelijke omstandigheden werken. Toch maken gekende gevallen zoals Union Minière / Umicore niet meer de kern van de neokoloniale zaak uit, maar gaat het eerder om bouw- en constructiebedrijven, IT-bedrijven, vastgoed en dienstverlening, enz… Dit gaat samen met de stijging van buitenlandse schulden en ongelijke ruil terwijl de ontwikkeling van de eigen Afrikaanse bedrijfswereld uitblijft. Maar ze betekent ook neokoloniale militaire interventies en “aanwezigheden”. Op deze wijze is het Belgisch leger (of was in recent verleden) actief in Mali, Niger, Benin, Democratische Republiek Congo ,… Alleen in het Westen gelooft men echter nog in de bijhorende propaganda over humanitaire oorlogen en de veronderstelde belangstelling van de EU- en NAVO-leiders voor democratie en mensenrechten. In Afrika is een nieuwe generatie intellectuelen opgestaan die niet alleen de structuren en tactieken van het Westers neokolonialisme doorziet en kent maar er ook durft tegen in te gaan. De opkomst van de BRICS-landen in een evolutie naar een multipolaire wereld biedt hen de mogelijkheid om hun verzet concreet vorm te geven.

Naar een bondgenootschap voor verandering

In dit planetaire kantelmoment moeten ook Europese volkeren zonder staat op de kar van de verandering springen. Het autonomiestreven van Vlamingen, Catalanen, Corsicanen ,… alsook de hereniging van Ierland,… kunnen (of moeten?) er -net als de groeiende onvrede bij de werkende klasse in Europa tegen decennia neoliberaal besparingsbeleid- deel van uitmaken. Eenheid in verzet! Het verleden heeft ons geleerd dat staatkundige verandering in Europa slechts plaatsvindt tijdens of als direct gevolg van een internationaal breukmoment (1989-1992: Tsjechoslovakije, Joegoslavië) en niet zozeer na het winnen van lokale verkiezingen. België, dat is net als Frankrijk, Groot-Brittannië ,… de oude Westerse liberale wereld waar liberaal besparingsbeleid en (neo)kolonialisme onlosmakelijk deel van zijn. De Afrikanen kunnen dus bondgenoten zijn. Met Zannekinbond menen wij dat als er door het Belgische koloniale verleden en neokoloniale heden een aanzet komt om de Belgische monarchie en de liberaal-kapitalistische elite in een crisis te manoeuvreren, deze met beide handen gegrepen moet worden door wie fundamentele staatkundige en sociaaleconomische verandering wil. Dit niet doen, is zondermeer verraad aan Vlaanderen en Wallonië, aan de door het Westen zwaargehavende Europese beschavingsgemeenschap en aan de belangen van de werkende klasse.

Deze tekst werd ook gepubliceerd op DeWereldMorgen, d.d. 13/01/2023.