Op 11 juli herdenken we de Guldensporenslag uit 1302 waarbij het Vlaams stadsproletariaat -voornamelijk bestaande uit de ambachten en gilden opgebouwd voetvolk- een tactische overwinning boekte tegen een Frans bereden ridderleger op de Groeningekouter nabij Kortrijk. Deze datum kwam in de loop van de negentiende eeuw tevens symbool te staan voor het streven van de Vlaamse volksgemeenschap naar meer culturele en politieke autonomie nadat zij na 1830 willens nillens was opgenomen in de Belgische bourgeoisconstructie, een monsterverbond tussen het oude katholieke plattelands-establishment en de liberale nieuwe stedelijke burgerij. De feestdag van de Vlaamse Beweging valt dus samen met een historische militaire overwinning, maar dan wel een anti-imperialistische triomf (tegen de Franse Kroon, die het Graafschap Vlaanderen wou toevoegen aan haar kroondomein) en een vroege manifestatie van een ontluikende vorm van klassenstrijd binnen de socio-economisch steeds complexer wordende laatmiddeleeuwse samenleving.
Precies 720 jaar later zwijgen de wapens in Europa nog steeds allerminst. Vlaanderen mag dan wel sinds 1945 geen actief interstatelijk conflict meer hebben meegemaakt op haar grondgebied (tijdens het Ancien Régime was het nog “het slagveld van Europa”), elders op het continent en aan de periferie ervan gaat het oorlogsgeweld onverminderd voort. In het najaar van 2021 was er het heropflakkerend conflict in Nagorno-Karabach, en op 24 februari 2022 begon Rusland aan een Speciale Militaire Operatie in Oekraïne, een destructief oorlogsconflict -in feite een schaalvergroting van de burgeroorlog die sinds 2014 zonder onderbreking in de Donbas-regio woedt- dat tot op de dag van vandaag voortduurt en reeds tienduizenden doden heeft gekost. In Syrië en Irak dreigt het oorlogsgeweld eveneens weer op te flakkeren nu Turkije het van het Westen heeft gedaan gekregen om niet meer tussen te komen in haar militaire acties tegen de Koerdische PKK en YPG, in ruil voor de toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO. Mogelijk met nieuwe destabiliserende vluchtelingenstromen uit het Midden-Oosten tot gevolg, en dat op het moment waarop het mateloze enthousiasme waarmee de Oekraïense oorlogsvluchtelingen door het Belgische établissement werden ontvangen stilletjes aan begint te bekoelen.
Het zou tot de historische opdracht moeten behoren van de Vlaamse Beweging om aansluiting te vinden bij haar anti-imperialistische wortels, die tevens naadloos aansluiten bij haar diepere inbedding in de vredesbeweging na de Eerste Wereldoorlog. In feite zou het hier moeten gaan om een evidentie en een “no-brainer”, maar met Zannekinbond stellen we keer op keer en jaar na jaar vast dat dit moeilijker blijkt dan verwacht zou mogen worden. De rechtse Vlaamse politieke partijen (in casu de N-VA en het Vlaams Belang) en de dito Vlaamse Beweging stelt zich keer op keer aan de kant van het militarisme dat in dienst staat van het imperialisme van de grote mogendheden. We herinneren ons het enthousiasme waarmee N-VA-kamerleden Theo Francken en Peter Luykx in de commissie Buitenlandse Zaken en Defensie de deelname aan de Westerse militaire interventie in Libië in 2011 verdedigden. De massale, vernietigende bombardementen van de NAVO die daarop volgden eisten talloze burgerslachtoffers, en elf jaar na de dood van Moammar Mohammed al-Qadhafi ligt het land nog steeds in puin. Met de machtsgreep van de Oost-Libische Fati Bashaga is er in het voorjaar van 2022 alweer een nieuwe fase in de burgeroorlog losgebarsten, en het eind daarvan lijkt nog lang niet in zicht.
De Koerden waren het afgelopen decennium vaak het stokpaardje van de rechtse Vlaamse Beweging, die er een combinatie van haar eigen Verlichtingsadoratie en virulent anti-islamisme in projecteerde. Toen de druk op de Koerdische milities vanuit Turkije vanaf 2019 sterk begon toe te nemen, beklaagde N-VA-senator Mark Demesmaker zich nog over het feit dat “wie de Koerden laat vallen een historische blunder begaat”. De Koerden, ooit nog beschouwd als “de voorpost voor het vrije Westen” worden echter maar al te makkelijk opgeofferd door datzelfde “vrije Westen” in de naam van “unity and resolve” van het Europese continent ten opzichte van de oude Russische erfvijand. Het weerhield N-VA-defensiespecialist Theo Francken er niet van zich zeer enthousiast uit te laten over de toetreding van Zweden en Finland tot de NAVO-kliek, een nieuwe stap in een destructief imperialistisch proces, gericht op de kolonisatie van Oost-Europa door de neoliberale Westerse elites en hun lokale vazallen. En los van de tragedies die de huidige oorlogsactiviteiten voor de Oekraïense burgerbevolking met zich meebrengen, lijken de rechtse Vlaamse politieke partijen en haar middenveld maar al te makkelijk mee te stappen in de kritiekloze verheerlijking van het Zelenskiy-regime en de Kiev-junta, die nochtans al acht jaar lang haar eigen bevolking in Zuidoost-Oekraïne bombardeert. Tevens ondersteunt ze daarbij retorieken en dynamieken die het Europese continent alsmaar dichter bij een allesvernietigend nucleair conflict met Rusland lijkten te brengen. De “Nooit Meer Oorlog”-gedachte lijkt dan ook verder dan ooit …
De verknochtheid van de moderne Vlaamse Beweging aan het Atlanticisme en het imperialisme van de grote overzeese mogendheden en haar neoliberale elites, met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk op kop, blijft vanuit historisch perspectief onbegrijpelijk. Daarom moet 11 juli in deze tijden van toenemende internationale instabiliteit en grootschalige geopolitieke breuklijnen in de eerste plaats een herinnering zijn aan het feit dat de Vlaamse strijd altijd een anti-imperialistische strijd is geweest. En dat Vlaanderen die anti-imperialistische rol ook in de toekomst blijvend op zich moet nemen. Daarom is de Vlaamse strijd in de eerste plaats een anti-imperialistische klassenstrijd, of zou zij dit toch moeten zijn; niet alleen in het verleden maar ook in het heden en zeker in de toekomst!