1 MEI – Een wekroep ter versterking van gemeenschappen en communitarisme!

1 MEI – Een wekroep ter versterking van gemeenschappen en communitarisme!

Sociale en nationale strijd zijn beide gebaseerd op sociale identificatie van de enkeling met groepen, gemeenschappen. We zijn nooit in staat om alleen als individu het goede te zoeken, we benaderen allemaal onze eigen omstandigheden als dragers van een bepaalde sociale identiteit. Het “Ik” is iemands zoon of dochter, een inwoner van een welbepaalde streek of stad. Men behoort toe aan een familie, een clan, een stam,… en tot een natie en een sociale klasse. En we erven uit het verleden van deze groepen. Leden van dezelfde klasse begrijpen elkaar doorgaans beter en bekijken hetzelfde deel van de wereld vaak met dezelfde ogen, dikwijls vanuit hetzelfde standpunt, in dezelfde richting.

Niet uitsluitend dus, maar er is in ieder geval niets dat er op wijst dat een deel van de Belgische (en bij uitbreiding Europese) bourgeoisie ooit zware druk heeft uitgeoefend ten gunste van nationale bevrijdingsbewegingen, Vlaamse emancipatie of nationalisatie van private ondernemingen, een ingrijpende herverdeling van het nationale inkomen of een radicale uitbreiding van sociale voorzieningen en rechten nastreefde. Iedereen beseft hopelijk maar al te goed dat wat de werkende klasse kon bekomen, er is door collectieve strijd, door vereniging van de zwakste partij binnen het kapitalistisch bestel en niet door individuele eisen te stellen of een Einzelgänger-strijd te voeren. Groepsdenken, eenheid versterken via gemeenschapsvorming is levensnoodzakelijk!

De heersende klasse is zich vooralsnog altijd meer bewust geweest van de specifieke klassenbelangen, dan de werkende klasse. Dat wil niet zeggen dat zij hun belangen altijd even goed hebben verdedigd – evenals individuen kunnen ook klassen fouten maken – al is hun staat van dienst wat dat betreft in de moderne kapitalistische landen in ieder geval niet eens zo slecht. Dit doet in ieder geval niets af aan het feit dat rijke en vermogende mensen het altijd fundamenteel eens zijn geweest over het principe dat de bestaande politieke, economische en staatkundige orde, waaraan zij hun voorrechten te danken hadden, gehandhaafd moest worden. Ondanks het bestaan van diverse leidende elites in een kapitalistische maatschappij met soms onderlinge tegenstellingen, vormen zij toch een heersende economische klasse met een grote mate van cohesie en solidariteit, met gemeenschappelijke belangen en gemeenschappelijke doelstellingen, die van veel groter belang zijn dan hun onderlinge verschillen.

Het kapitalisme is het beste economische systeem voor wie het individualisme aanhangt om diens opvattingen te vertegenwoordigen. Kapitalisme gedijt binnen een zo vrij mogelijk marktsysteem. Het moedigt de keuze van de consument aan en gebruikt individuen als meetsysteem. Bedrijven concurreren om uw euro’s. Elk overtuigt u ervan dat hun product het beste is. Individualisme ondersteunt concurrentie tussen mensen, zoals kapitalisme dat doet met bedrijven. Naarmate het individualisme sterker wordt, worden collectieve verplichtingen gedevalueerd en collectieve actie verdacht gemaakt. De regimemedia spannen zich sinds geruime tijd flink in om collectieve sociale actie (syndicalisme) stelselmatig in een negatief daglicht te plaatsen. De negatieve berichtgeving over de aanhoudende syndicale acties t.a.v. warenhuisketen Delhaize spreekt hier boekdelen.

Niet het individualisme maar wel gemeenschapsdenken en collectivisme leiden tot resultaten. De geschiedenis van sociale en nationale strijdbewegingen illustreert dit uitvoerig. Economische en technologische veranderingen en de flexibilisering van het werk hebben geleid tot een toenemende individualisering van de arbeidsverhoudingen en -voorwaarden. Deze nieuwe omgeving heeft het loonvormingssysteem doorbroken en de noodzaak aangezwengeld om het begrip klasse te herdefiniëren. Het laatkapitalisme heeft echter aan de fundamentele vaststellingen niets veranderd: de werkende klasse (waartoe ook boeren, kleine middenstanders,… behoren) is de zwakste partij die de gevolgen van het globalisme en de heerschappij van het grootkapitaal ondergaat. Deze zwakste partij kan enkel via strijd iets bereiken als zij het individualisme in aanzienlijke mate verwerpt en het gemeenschapsdenken aanvaardt en versterkt. De notie sociale klasse impliceert een vorm van gemeenschapsdenken die door individualisme onderuit wordt gehaald.

Vanuit links-liberale hoek worden de potentieel militante delen van de werkende klasse aanhoudend bestookt met een streven naar individuele emancipatie, naar inclusie van het unieke individu in de kapitalistische maatschappij. Dit wordt actief ondersteund door multinationale bedrijven. De op het individu gerichte progressieve identiteitspolitiek levert echter vernietigend werk op vlak van klassenstrijd en strijd om volksnationale eenheid en soevereiniteit. Het individualisme verschijnt dan ook als een symptoom van de identiteitscrisis waarin de West-Europese werkende klasse zich bevindt. Het brengt een geatomiseerde samenleving voort, die niet meer is dan de som van individuen zonder referentiepunten, achtergesteld en geïsoleerd. Dit individualisme komt op professioneel niveau tot uiting in de afbraak van de collectieve identiteiten rond beroepen, bedrijven en sociale klassen. Progressieve identiteitspolitiek komt dan tegemoet aan het neoliberale TINA, het biedt het naïeve deel van de sociale strijdbeweging de indruk dat men alle gewenste emancipatie binnen het kapitalistisch bestel kan bereiken zonder zich te verenigen als klasse.

“Iedereen uniek”. Zou een multinational een boodschap verkondigen die de eenheid van de werkende klasse versterkt? De vraag stellen is ze beantwoorden.

Zowel de socialistische als de nationale strijdbeweging dienen te beseffen dat het bevorderen van individualisme de belangen van de werkende klasse en van de naar politieke autonomie en soevereiniteit strevende naties ernstig beschadigt. De rijke elites hebben geen nood aan een vaderland, aan nationale democratische soevereiniteit noch aan collectieve sociale bescherming. Socialisme en nationale zelfstandigheid kunnen enkel tot resultaten leiden als sociale desintegratie, onder andere als gevolg van doorgedreven individualisme, kan gestopt worden. Dit betekent meteen ook de verregaande afwijzing van liberale politiek. Socialisme en nationale zelfstandigheid kunnen enkel opbloeien waar in termen van gemeenschap(sbelang) gedacht en gehandeld wordt. Waar de kosmopolitische rijke elite gebaat is bij sociale fragmentatie en individualisme, is de werkende klasse beter af met communitarisme die familiebanden, klasse-eenheid en natievorming versterkt.

“Vroeg of laat bereiken we een punt waarop het communitaire socialisme mondiaal wordt, omdat het kapitalisme zelf niet eens de oplossing is voor het kapitalisme.”     Evo Morales